Rb. Rotterdam, 24-11-2016, nr. 10/996568-16
ECLI:NL:RBROT:2016:10337
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
24-11-2016
- Zaaknummer
10/996568-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2016:10337, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 24‑11‑2016; (Eerste aanleg - meervoudig)
Herziening: ECLI:NL:HR:2021:1069
Uitspraak 24‑11‑2016
Inhoudsindicatie
Zorgfraude: artikel 225 SR. Bij controle door twee zorgverzekeraars naar het declaratiegedrag van de verdachte rechtspersoon, is door deze gebruik gemaakt van vier valse verwijskaarten. De op die verwijskaarten vermelde arts is in werkelijkheid niet geraadpleegd en heeft de op de verwijskaart genoemde patiënt niet verwezen naar een KNO arts. Opgelegd is een geldboete van € 25.000,00.
Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/996568-16
Datum uitspraak: 24 november 2016
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor economische strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[Naam verdachte rechtspersoon] ,
vestigingsadres: [vestigingsadres verdachte rechtspersoon] , [vestigingsplaats verdachte rechtspersoon] ,
ter terechtzitting vertegenwoordigd door
[naam verdachte] .
Als raadsman van de verdachte is aanwezig mr. J. Spijkerman, advocaat te Den Haag.
Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 november 2016.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vorderingen van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. L.L.H. Roebroek heeft gevorderd:
- -
bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
- -
veroordeling van de verdachte tot een geldboete van € 150.000,=.
Waardering van het bewijs
Bewijswaardering
Aan de verdachte rechtspersoon wordt - kort gezegd - verweten dat zij in de periode van
1 januari 2015 tot en met 1 juni 2016, al dan niet samen met een of meer ander(en), meermalen, opzettelijk valse verwijskaarten heeft verstuurd naar [naam zorgverzekeraar 1] en [naam zorgverzekeraar 2] .
De valsheid zou telkens daaruit hebben bestaan dat op die verwijskaarten in strijd met de waarheid was vermeld dat de betreffende patiënt voor een consult was gezien door een op de verwijskaart vermelde arts van de vakgroep KNO-heelkunde van [naam ziekenhuis] en door die arts was verwezen voor audiometrische/otologische expertise, dit terwijl in werkelijkheid deze arts niet was geraadpleegd.
Op de in de tenlastelegging opgenomen verwijskaarten staat niet vermeld dat de patiënt voor een consult door een arts is gezien (cursivering rechtbank), zodat om die reden de verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wel bewezen dat op vier van de zeven verwijskaarten in strijd met de waarheid is vermeld dat de betreffende patiënt door de op de verwijskaarten vermelde arts van de vakgroep KNO-heelkunde van [naam ziekenhuis] voor een consult is verwezen voor audiometrische/otologische expertise, aangezien in werkelijkheid die (op de verwijskaarten vermelde) arts niet was geraadpleegd.
Op de verwijskaarten is te lezen dat de patiënt werd verwezen voor audiometrische/ otologische expertise. Op de verwijskaarten staat voorts een naamstempel van een arts van de vakgroep KNO van [naam ziekenhuis] met daar doorheen een handgeschreven paraaf, of teken dat daarvoor zou kunnen doorgaan. Volgens de getuige [naam getuige] heeft hij alle patiënten beoordeeld op basis van een audiogram en heeft hij de verwijskaarten opgemaakt, in het bijzijn van de verdachte. [naam getuige] heeft naast zijn eigen naamstempel ook viermaal de naamstempels van twee collega artsen, te weten [naam arts 1] en
[naam arts 2] , gebruikt en voorzien van een handgeschreven merkteken, buiten medeweten en zonder toestemming van deze collega’s. Door aldus te doen voorkomen dat deze verwijskaarten zijn opgemaakt door andere artsen dan door [naam getuige] , zijn die verwijskaarten vals.
Uit de inhoud van het dossier, de behandeling ter terechtzitting en het requisitoir van de officier van justitie begrijpt de rechtbank dat door het openbaar ministerie groot gewicht is toegekend aan de verdenking dat de verwijskaarten pas achteraf, namelijk nadat er al een consult bij en/of behandeling door de verdachte had plaatsgevonden, zijn opgemaakt.
Voor zover de officier van justitie, gelet hierop, heeft bedoeld om onder het aan de verdachte gemaakte verwijt tevens te begrijpen dat op de verwijskaarten in strijd met de waarheid is vermeld dat de desbetreffende patiënt is verwezen voorafgaand aan dat consult en/of die behandeling, terwijl in werkelijkheid de verwijzing pas achteraf heeft plaatsgevonden, kan dit naar het oordeel van de rechtbank niet in die verwijskaarten worden gelezen.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
[Naam verdachte rechtspersoon] op tijdstippen in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 maart 2016 maart 2016, te Gouda, althans in Nederland,
meermalen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse geschriften,
te weten verwijsbrieven/kaarten,
2.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 1] BSN [burgerservicenummer 1] (DOC-001-05)
3.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 2] BSN [burgerservicenummer 2] (DOC-001-07)
6.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 3] BSN [burgerservicenummer 3] (DOC-011-01)
7.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 4] BSN [burgerservicenummer 4] (DOC-011-09)
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
als ware die geschriften echt en onvervalst,
bestaande dat gebruik maken (telkens) hierin dat [Naam verdachte rechtspersoon] voornoemde verwijsbrieven heeft verstuurd naar [naam zorgverzekeraar 1] of [naam zorgverzekeraar 2] ,
en bestaande de valsheid (telkens) hierin dat - in strijd met de waarheid - op de verwijskaarten staat vermeld dat de patiënt voor een consult is gezien door een daartoe in werkelijkheid niet geraadpleegde arts van de vakgroep KNO-heelkunde van [naam ziekenhuis] en door die arts is verwezen voor audiometrische/ otologische expertise,
zulks (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken ,
terwijl zij weet dat die geschriften bestemd zijn voor zodanig gebruik.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte rechtspersoon moet daarvan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
het door een rechtspersoon begaan van het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte rechtspersoon uitsluit.
De verdachte rechtspersoon is dus strafbaar.
Motivering straf
De straf die aan de verdachte rechtspersoon wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte rechtspersoon heeft gebruik gemaakt van valse verwijskaarten. Toen in het kader van onderzoek naar het declaratiegedrag van de verdachte rechtspersoon door twee zorgverzekeraars verwijskaarten werden opgevraagd, heeft de verdachte rechtspersoon vier valse verwijskaarten aan die zorgverzekeraars toegestuurd. Deze verwijskaarten waren met medeweten van de feitelijk leidinggevende van de verdachte rechtspersoon opgemaakt door een collega KNO arts die daarbij, zonder daartoe bevoegd te zijn, de naamstempel gebruikte van twee andere artsen en deze voorzag van een krabbel die kon doorgaan voor een paraaf.
De verdachte rechtspersoon heeft door het gebruik van deze valse verwijskaarten misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zorgverzekeringsmaatschappijen moeten kunnen stellen in de juistheid van bij hen ingediende declaraties van medische beroepsbeoefenaren c.q. zorgverleners. De verdachte rechtspersoon heeft dit vertrouwen meermalen geschaad en heeft daarmee tevens de solidariteit waarop het Nederlandse zorgstelsel is gebaseerd aangetast
Met haar handelen heeft de verdachte rechtspersoon daarnaast ook het vertrouwen dat patiënten in specialisten en/of de medische professie in zijn geheel moeten kunnen stellen geschaad. Een aantal patiënten is door zorgverzekeringsmaatschappijen en door het door het ISZW ingestelde onderzoek geconfronteerd met de valse verwijskaarten die met het oog op bij hen verrichte medische handelingen waren uitgeschreven. Dit heeft bij hen voor de nodige onrust, verontwaardiging en verlies aan vertrouwen geleid.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
9 oktober 2016, waaruit blijkt dat de verdachte rechtspersoon niet eerder is veroordeeld.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een aanzienlijke geldboete.
De rechtbank zal echter de officier van justitie niet volgen in haar eis, nu deze eis is gebaseerd op de stelling dat de verdachte rechtspersoon jarenlang onrechtmatig en onterecht, zonder voorafgaande verwijzing, heeft gedeclareerd bij de zorgverzekeraars, waarbij het totale nadeel is berekend op tenminste € 500.000,--. Omdat alleen het gebruik van vier valse verwijskaarten bewezen wordt verklaard, zal de rechtbank de aan de verdachte rechtspersoon op te leggen geldboete vaststellen op een aanmerkelijk lager bedrag.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
Vorderingen benadeelde partijen
Als benadeelde partijen ter zake van de tenlastegelegde feiten hebben zich in het geding gevoegd:
- [naam benadeelde 1]
De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 14.638,66 voor materiële schade;
- [naam benadeelde 2]
De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 7.117,= voor materiële schade en een
vergoeding van € 768,= voor kosten van rechtsbijstand.
Standpunt officier van justitie
Gevorderd is de toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen nu de gevorderde schadebedragen het rechtstreeks gevolg zijn van de door de verdachte rechtspersoon gepleegde strafbare feiten.
Beoordeling
De behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op. De schadevorderingen vinden hun grondslag in onverschuldigde betaling. In hoeverre de achteraf door de verdachte rechtspersoon overgelegde valse verwijskaarten hebben bijgedragen aan de door de benadeelde partijen (onverschuldigd) verrichte betalingen is niet eenvoudig vast te stellen.
De benadeelde partijen zullen daarom in hun vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard. De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op 14a, 14b, 14c, 51, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte rechtspersoon het tenlastegelegde, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte rechtspersoon meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte rechtspersoon daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte rechtspersoon strafbaar;
veroordeelt de verdachte rechtspersoon tot een geldboete van € 25.000, 00 (vijfentwintigduizend euro);
verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. J.J. van den Berg en C.M.J. Peeters, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. Boekholtz, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
[Naam verdachte rechtspersoon] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 1 juni 2016, te Gouda, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van (één) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en),
te weten een of meer verwijsbrie(f)(ven)/kaart(en),
1.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 7] BSN [burgerservicenummer 5] (DOC-001-03)
2.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 1] BSN [burgerservicenummer 1] (DOC-001-05)
3.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 2] BSN [burgerservicenummer 2] (DOC-001-07)
4.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 5] BSN [burgerservicenummer 6] (DOC-001-09)
5.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 6] BSN [burgerservicenummer 7] (DOC-011-01)
6.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 3] BSN [burgerservicenummer 3] (DOC-011-01)
7.(een) verwijskaart op naam van [naam patiënt/cliënt 4] BSN [burgerservicenummer 4] (DOC-011-09)
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
als ware dat geschrift/die geschriften echt en onvervalst,
bestaande dat gebruik maken (telkens) hierin dat [Naam verdachte rechtspersoon] en/of haar mededader(s) voornoemde verwijsbrie(f)(ven) heeft/hebben verstuurd naar [naam zorgverzekeraar 1] en/of [naam zorgverzekeraar 2] ,
en bestaande de valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat- in strijd met de waarheid -op de verwijskaart(en) staat vermeld dat de patiënt(en) voor een consult is/zijn gezien door een daartoe in werkelijkheid niet geraadpleegde arts van de vakgroep KNO-heelkunde van [naam ziekenhuis] en/of door die arts is/zijn verwezen voor audiometrische/otologische expertise,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
terwijl zij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit/die geschrift(en) bestemd is/zijn voor zodanig gebruik,
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 51 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht