RvdW 2019/206
Procesrecht. Omvang rechtsstrijd in appel; uitleg grieven.
HR 01-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:137
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00881
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS13876:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:137, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1473, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑03‑2018
- Wetingang
Art. 347 Rv
Essentie
Procesrecht. Omvang rechtsstrijd in appel; uitleg grieven.
Samenvatting
Als grieven worden aangemerkt de gronden die een appellant aanvoert ten betoge dat de bestreden uitspraak behoort te worden vernietigd, waarbij de eis geldt dat die gronden behoorlijk in het geding naar voren zijn gebracht, zodat zij voor de appelrechter en de wederpartij, die immers moet weten waartegen zij zich heeft te verweren, voldoende kenbaar zijn. De enkele vermelding in de memorie van grieven dat de appellant het geschil in volle omvang aan de appelrechter wenst voor te leggen is niet voldoende om aan te nemen dat een door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.