Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Italiaanse Republiek betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 18-05-1963
- Bronpublicatie:
17-04-1959, Trb. 1959, 137 (uitgifte: 09-10-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-05-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-05-1963, Trb. 1963, 56 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
De beslissingen, in burgerlijke en handelszaken gegeven door de gerechten van een der beide Staten, hebben op het gebied van de andere Staat het gezag van gewijsde zaak, indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen:
- 1)
dat de beslissing afkomstig is van een gerecht, dat bevoegd is volgens artikel 2 van dit Verdrag;
- 2)
dat de erkenning van de beslissing niet strijdig is met de openbare orde of met de beginselen van het publieke recht van de Staat, waar een beroep op de beslissing wordt gedaan;
- 3)
dat de beslissing niet in tegenspraak is met een beslissing, die reeds over hetzelfde geschil door een gerecht van de aangezochte Staat is gegeven;
- 4)
dat de beslissing in kracht van gewijsde is gegaan volgens de wet van de Staat, waar zij is gegeven;
- 5)
dat, in geval van veroordeling bij verstek, de oproeping waarmede de zaak aanhangig is gemaakt, tijdig is afgegeven aan de niet verschenen partij.
Op het gezag van gewijsde zaak kan een beroep worden gedaan door iedere belanghebbende partij volgens de regelen van procesrecht, welke in de aangezochte Staat van kracht zijn.