NJF 2015/225
Prejudiciële vraag. Faillissementsrecht. Eindvonnis na beantwoording prejudiciële vraag door Hoge Raad. Huurpenningen roerende zaken boedelschuld vanaf datum faillissement.
Ktr. Leeuwarden 17-03-2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:1402
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Leeuwarden)
- Datum
17 maart 2015
- Magistraten
Mr. S.B. van Baalen
- Zaaknummer
2273398 \ CV EXPL 13-6204
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Huurrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNNE:2015:1402, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Leeuwarden), 17‑03‑2015
ECLI:NL:RBNNE:2014:3657, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Leeuwarden), 08‑07‑2014
ECLI:NL:RBNNE:2014:3656, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland (Kamer voor kantonzaken Leeuwarden), 29‑04‑2014
- Wetingang
Art. 39 Fw
Essentie
Prejudiciële vraag. Faillissementsrecht. Eindvonnis na beantwoording prejudiciële vraag door Hoge Raad. Huurpenningen roerende zaken boedelschuld vanaf datum faillissement.
Samenvatting
In deze zaak heeft de kantonrechter bij wijze van prejudiciële vraag aan de Hoge Raad voorgelegd of art. 39 Fw, dat bepaalt dat vanaf de dag der faillietverklaring de huurprijs boedelschuld is, ook geldt voor de huur van roerende zaken. Bij arrest van 9 januari 2015 (ECLI:NL:2015:42) heeft de Hoge Raad die vraag bevestigend beantwoord. In dit eindvonnis wordt de gevorderde verklaring van recht dat de huurpenningen ter zake verhuurde bekistingsmaterialen vanaf de dag der faillietverklaring tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.