NJB 2013/2466
Hoge Raad kan zich niet vinden in het oordeel van het Hof dat een bepaalde in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 voorziene naheffingsmaatregel in strijd is met art. 1 Eerste Protocol EVRM doordat sprake is van een fictie zonder tegenbewijsmogelijkheid. Deze maatregel houdt verder geen ‘criminal charge’ in (anders: het Hof)
HR 25-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:973
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Vliet, Punt, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
11/04730
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:973, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑10‑2013
- Wetingang
Essentie
Hoge Raad kan zich niet vinden in het oordeel van het Hof dat een bepaalde in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 voorziene naheffingsmaatregel in strijd is met art. 1 Eerste Protocol EVRM doordat sprake is van een fictie zonder tegenbewijsmogelijkheid. Deze maatregel houdt verder geen ‘criminal charge’ in (anders: het Hof)
Partij(en)
Cassatieberoep Staatssecretaris van Financiën
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘3.1.1.
Vanaf 29 september 2007 staat in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW) aangehouden register van opgegeven kentekens een personenauto (hierna: de personenauto) op naam gesteld van belanghebbende. Op grond hiervan is belanghebbende overeenkomstig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.