Belastingadvies 2021/14.7
Pro rata naar werkelijk gebruik alleen voor uitzonderingssituaties
HR 23-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:645
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2021
- Zaaknummer
19/04081
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS274231:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2021
ECLI:NL:HR:2021:645, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:708, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de Nederlandse regeling bij de toepassing van de pro rata naar werkelijk gebruik niet in strijd is met het EU-recht. Dit pro rata is alleen toe te passen wanneer het werkelijke gebruik niet overeenkomt met de mate van aftrek berekend volgens de pro rata naar omzetverhouding.
Samenvatting
X BV verzorgt kinderopvang. Binnen haar onderneming wordt gebruikgemaakt van een platform waarbij de ten behoeve van de kinderopvang op de markt aanwezige applicaties met elkaar worden gekoppeld en gesynchroniseerd. In haar BTW-aangiften maakt X BV bij de becijfering van de aftrekbare voorbelasting van de algemene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.