NJ 1926, p. 739
Bewijs.
HR 14-06-1926, ECLI:NL:HR:1926:51
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 1926
- Magistraten
Mrs. Hesse, Segers, Ort, Taverne en Kirberger.
- Zaaknummer
[14061926/NJ_1926,_p._739]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS122172:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:51, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑1926
- Wetingang
(Sr art. 285.)
Essentie
Bewijs.
Samenvatting
Uit de verklaringen van drie getuigen, dat beklaagde enkele passen van hen verwijderd, den arm in hun richting gestrekt hield met, zooals een hunner zegt, een revolver in de hand, en riep „sta of ik schiet", waarna zij drie malen een schot hoorden, telkens een vuurstraal zagen en daardoor bevreesd werden, kon de rechter a/leiden, dat, gelijk art. 285 Sr. vereischt:
1°. de bedreiging is geuit onder omstandigheden, welke bij hem, tegen wien zij is gedaan, den indruk kunnen teweegbrengen, dat inbreuk wordt gemaakt op zijn persoonlijke vrijheid;
2°. dat des daders wil op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.