Hof Amsterdam, 14-05-2019, nr. 200.255.592/01
ECLI:NL:GHAMS:2019:1670
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
14-05-2019
- Zaaknummer
200.255.592/01
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2019:1670, Uitspraak, Hof Amsterdam, 14‑05‑2019; (Hoger beroep, Tussenuitspraak)
Uitspraak 14‑05‑2019
Inhoudsindicatie
Appel van ECLI:NL:RBAMS:2018:8705. Voeging met de zaak met zaaknummer 200.254.805/01.
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.255.592/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/637553 / HA ZA 17-1104
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 mei 2019
inzake
1. MARSARE B.V.,
2. FORTALEZA VASTGOED B.V.,
beide gevestigd te Amsterdam,
appellanten in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat: mr. A. van Dorsten te Amsterdam,
tegen
VERENIGING VAN EIGENAARS GEBOUW [...],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. T.A. Phijffer te Amsterdam,
Partijen worden hierna Marsare c.s. en de VvE genoemd.
1. Het geding in hoger beroep
Marsare c.s. zijn bij dagvaarding van 14 februari 2019 in hoger beroep gekomen van het vonnis dat de rechtbank Amsterdam op 21 november 2018 onder bovenvermeld zaak-/rolnummer (in conventie) heeft gewezen tussen de VvE als eiseres en [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] (hierna tezamen: [gedaagden (1)] ) en Marsare c.s. als gedaagden.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- incidentele memorie tot voeging ex artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv);
- memorie van antwoord in het incident.
Vervolgens is arrest gevraagd in het incident.
Marsare c.s. hebben incidenteel gevorderd dat de onderhavige zaak wordt gevoegd met de bij dit hof onder zaaknummer 200.254.805/01 aanhangige zaak tussen [gedaagden (1)] als appellanten en de VvE en Marsare c.s. als geïntimeerden.
De VvE heeft geconcludeerd tot toewijzing van de gevraagde voeging.
2. Beoordeling
2.1
Marsare c.s. hebben voeging gevorderd op de grond dat de beide zaken verknocht zijn. De VvE is, als gezegd, met betrekking tot de onderhavige incidentele vordering tot de conclusie gekomen dat die kan worden toegewezen.
2.2
Uit hetgeen Marsare c.s. hebben aangevoerd volgt dat aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv wordt voldaan. De zaken zullen derhalve worden gevoegd.
2.3
De beslissing over de kosten zal worden aangehouden. De hoofdzaak zal naar de rol worden verwezen voor het nemen van een memorie van grieven door Marsare c.s.
3. Beslissing
Het hof:
in het incident:
voegt de onderhavige zaak met de zaak met zaaknummer 200.254.805/01;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindarrest in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 25 juni 2019 voor het nemen van een memorie van grieven door Marsare c.s.;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Hoekzema, J.C.W. Rang en A.R. Sturhoofd en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2019.