Einde inhoudsopgave
Comptabiliteitswet 2016
Artikel 4.6 Verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 139 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken: 34426)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2017, Stb. 2017, 253 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Algemeen
1.
Onze Ministers, ieder met betrekking tot de begroting waarvoor hij verantwoordelijk is, verrichten namens de Staat de privaatrechtelijke rechtshandelingen die voortvloeien uit het beleid en de bedrijfsvoering die aan hun begrotingen ten grondslag liggen, tenzij bij of krachtens de wet is bepaald dat een van Onze andere Ministers de rechtshandeling verricht.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de colleges elk met betrekking tot de uitvoering van de taak waarvoor het verantwoordelijk is.
3.
Onverminderd artikel 4.18, aanhef en onder b, kunnen Onze Ministers een overeenkomst tot het aangaan van een geldlening namens de Staat sluiten voor zover Onze Minister van Financiën daaraan zijn medewerking verleent in de vorm van het mede verrichten van de privaatrechtelijke rechtshandeling.