Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2010
- Bronpublicatie:
16-09-2009, PbEU 2009, L 284 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: 987/2009)
- Inwerkingtreding
01-05-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2009, PbEU 2009, L 284 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: 987/2009)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
(Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 42 en 308,
Gelet op Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (1), en met name op artikel 89,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 883/2004 moderniseert de voorschriften voor de coördinatie van de nationale socialezekerheidsstelsels van de lidstaten door in de nodige uitvoeringsmaatregelen en -procedures te voorzien en ze te vereenvoudigen ten behoeve van alle betrokkenen. De wijze van toepassing hiervan moet worden vastgesteld.
- (2)
Een efficiëntere en nauwere samenwerking tussen de socialezekerheidsorganen is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de onder Verordening (EG) nr. 883/2004 vallende personen zo spoedig mogelijk en onder de meest gunstige voorwaarden hun rechten kunnen gaan uitoefenen.
- (3)
Voor een snelle en betrouwbare uitwisseling van gegevens tussen de organen van de lidstaten is het gebruik van elektronische communicatie de aangewezen weg. De elektronische verwerking van gegevens moet bijdragen tot een snellere afwikkeling van de procedures voor de betrokkenen. Deze zouden overigens alle garanties moeten genieten die door de communautaire bepalingen inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens geboden worden.
- (4)
De terbeschikkingstelling van de adressen, ook de elektronische, en verdere gegevens van de instanties van de lidstaten die bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betrokken kunnen zijn, in zodanige vorm dat deze realtime kunnen worden bijgewerkt, moet de uitwisseling tussen de organen van de lidstaten vergemakkelijken. Deze benadering, die toegespitst is op de relevantie van louter feitelijke informatie en de onmiddellijke beschikbaarheid daarvan voor de burgers, vormt een belangrijke vereenvoudiging die bij de onderhavige verordening zou moeten worden ingevoerd.
- (5)
Met het oog op een zo vlot mogelijk verloop en het efficiënte beheer van de complexe procedures voor de uitvoering van de voorschriften inzake de coördinatie van de stelsels voor sociale zekerheid is een systeem nodig voor de onmiddellijke bijwerking van bijlage 4. De voorbereiding en toepassing van de bepalingen daartoe vereist een nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie en de tenuitvoerlegging ervan moet spoedig gebeuren gezien de gevolgen die vertragingen met zich kunnen meebrengen voor de burgers en de administratieve organen. Daarom is het noodzakelijk dat de Commissie de bevoegdheid heeft een gegevensbank op te zetten en te beheren en ervoor te zorgen dat deze uiterlijk op de datum van inwerkingtreding van deze verordening operationeel is. De Commissie moet met name de nodige maatregelen treffen om de in bijlage 4 opgesomde informatie te integreren in deze gegevensbank.
- (6)
De versterking van sommige procedures moet de gebruikers van Verordening (EG) nr. 883/2004 meer rechtszekerheid en transparantie bieden. Met name de vaststelling van gemeenschappelijke termijnen voor de vervulling van bepaalde verplichtingen of administratieve taken moet de relaties tussen de verzekerden en de organen helpen verduidelijken en structureren.
- (7)
Personen die onder deze verordening vallen, dienen van het bevoegde orgaan tijdig antwoord op hun verzoeken te ontvangen. Indien in de socialezekerheidswetgeving van de betrokken lidstaat termijnen voor beantwoording zijn opgenomen, dient uiterlijk binnen die termijnen een antwoord te worden verstrekt. Indien in de wetgeving van een lidstaat dergelijke termijnen niet zijn opgenomen, is het wenselijk dat de desbetreffende lidstaat overweegt deze vast te stellen en in voorkomend geval aan de betrokken personen beschikbaar te stellen.
- (8)
De lidstaten, hun bevoegde autoriteiten of de socialezekerheidsorganen zouden de mogelijkheid moeten hebben onderling afspraken te maken over vereenvoudigde procedures en administratieve overeenkomsten die zij efficiënter achten en beter vinden aansluiten bij hun respectieve socialezekerheidsstelsels. Dergelijke afspraken zouden echter de rechten van de onder Verordening (EG) nr. 883/2004 vallende personen niet mogen aantasten.
- (9)
Omdat de sociale zekerheid nu eenmaal een complexe materie is, moet van alle organen van de lidstaten een bijzondere inspanning ten behoeve van de verzekerden worden verlangd om de betrokkenen die hun aanvraag of bepaalde informatie aan het bevoegd orgaan niet volgens de voorschriften en procedures van Verordening (EG) nr. 883/2004 of de onderhavige verordening hebben ingediend, niet te benadelen.
- (10)
Voor de vaststelling van het bevoegd orgaan, dat wil zeggen het orgaan waarvan de wetgeving van toepassing is of dat bepaalde uitkeringen verschuldigd is, moet de feitelijke situatie van een verzekerde en van de gezinsleden door de organen van een of meer lidstaten worden onderzocht. Om ervoor te zorgen dat de betrokkene gedurende deze noodzakelijke uitwisselingen tussen de organen verzekerd is, moet hij of zij voorlopig worden aangesloten bij een van de socialezekerheidsstelsels.
- (11)
De lidstaten dienen samen te werken met het oog op de vaststelling van de woonplaats van de personen op wie deze verordening en Verordening (EG) nr. 883/2004 van toepassing zijn, en elke lidstaat dient in geval van een geschil rekening te houden met alle relevante criteria om de kwestie op te lossen, zo nodig met inbegrip van de in het desbetreffende artikel van deze verordening genoemde criteria.
- (12)
Tal van maatregelen en procedures in deze verordening hebben ten doel de criteria die de organen van de lidstaten in het kader van Verordening (EG) nr. 883/2004 moeten hanteren, transparanter te maken. Dergelijke maatregelen en procedures vloeien voort uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, de besluiten van de Administratieve Commissie en de gedurende meer dan 30 jaar opgedane ervaring met de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels in het kader van de in het Verdrag verankerde fundamentele vrijheden.
- (13)
Deze verordening voorziet in maatregelen en procedures om de mobiliteit van werknemers en werklozen te bevorderen. Volledig werkloos geworden grensarbeiders kunnen zich ter beschikking stellen van de arbeidsvoorzieningsdienst in zowel het woonland als de lidstaat waar zij hun laatste werkzaamheden hebben verricht. Zij hebben evenwel alleen aanspraak op een uitkering van de lidstaat waar zij wonen.
- (14)
Een aantal specifieke voorschriften en procedures is nodig om te bepalen welke wetgeving van toepassing is voor het in aanmerking nemen van de tijdvakken die een verzekerde heeft gewijd aan de opvoeding van kinderen in de verschillende lidstaten.
- (15)
Bij sommige procedures zou bovendien rekening gehouden moeten worden met de vereiste van een evenwichtige verdeling van de kosten tussen de lidstaten. Met name in het kader van de ziekteverzekering moet bij dergelijke procedures rekening worden gehouden met de situatie van enerzijds de lidstaten die de kosten dragen van de gezondheidsvoorzieningen die zij de verzekerden ter beschikking stellen, en anderzijds van de lidstaten waarvan de organen de kosten van de verstrekkingen dragen die hun verzekerden in een andere lidstaat dan die waar zij woonachtig zijn, hebben ontvangen.
- (16)
In het specifieke kader van Verordening (EG) nr. 883/2004 moeten de voorwaarden voor de rechtstreekse betaling van de kosten in verband met verstrekkingen bij ziekte in het kader van geplande geneeskundige verzorging, dat wil zeggen een behandeling waarvoor een verzekerde zich naar een andere lidstaat begeeft dan die waar hij verzekerd of woonachtig is, verduidelijkt worden. De verplichtingen van de verzekerde met betrekking tot het verzoek om voorafgaande toestemming dienen nader te worden omschreven, evenals de verplichtingen van het orgaan ten aanzien van de patiënt betreffende de voorwaarden voor de toestemming. Ook moeten de gevolgen voor de rechtstreekse betaling van de kosten van een met voorafgaande toestemming in een andere lidstaat ontvangen medische behandeling worden verduidelijkt.
- (17)
Deze verordening, en met name de bepalingen betreffende het verblijf buiten de bevoegde lidstaat en betreffende een geplande behandeling, zouden geen beletsel mogen vormen voor de toepassing van gunstiger nationale bepalingen, met name met betrekking tot de vergoeding van de in een andere lidstaat gemaakte kosten.
- (18)
Dwingender procedures om de termijnen voor de betaling van schuldvorderingen tussen de organen van de lidstaten in te korten, zijn van essentieel belang om het vertrouwen in de uitwisselingen te handhaven en te voldoen aan de eisen van goed beheer die aan de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten worden gesteld. De procedures voor de behandeling van schuldvorderingen in het kader van de ziekte- en werkloosheidsuitkeringen zouden dus moeten worden aangescherpt.
- (19)
Met het oog op een effectievere invordering en een soepeler werking van de coördinatieregels dienen de procedures inzake de wederzijdse bijstand tussen de organen bij de invordering van schuldvorderingen op het gebied van de sociale zekerheid te worden versterkt. Effectieve invordering is tevens een middel om misbruik en fraude te voorkomen en aan te pakken en een manier om de houdbaarheid van de socialezekerheidsregelingen te verzekeren. Dit houdt in dat er uitgaande van een aantal bestaande bepalingen van Richtlijn 2008/55/EG van de Raad van 26 mei 2008 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen (4) nieuwe procedures dienen te worden aangenomen. Zulke nieuwe invorderingsprocedures dienen na vijf jaar toepassing in het licht van de opgedane ervaring te worden geëvalueerd en indien nodig te worden aangepast, in het bijzonder om ervoor te zorgen dat ze volledig werkbaar zijn.
- (20)
Voor de toepassing van bepalingen inzake wederzijdse bijstand betreffende de terugvordering van ten onrechte verstrekte prestaties, de terug- en invordering van voorlopige betalingen en premies en de verrekening en bijstand inzake invordering, is de bevoegdheid van de aangezochte lidstaat beperkt tot rechtsvorderingen inzake uitvoeringsmaatregelen. Alle andere rechtsvorderingen vallen onder de bevoegdheid van de verzoekende lidstaat.
- (21)
De in de aangezochte lidstaat getroffen uitvoeringsmaatregelen impliceren niet dat deze lidstaat de gegrondheid of de grondslagen van de schuldvordering erkent.
- (22)
Informatie aan de betrokken personen over hun rechten en plichten is een essentieel onderdeel van een vertrouwensrelatie met de bevoegde autoriteiten en de organen van de lidstaten. Deze informatie dient een leidraad te omvatten met betrekking tot administratieve procedures. De betrokken personen zijn, afhankelijk van de situatie, o.m. de verzekerden, leden van hun gezin en/of hun nabestaanden of anderen.
- (23)
Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van coördinerende maatregelen om te waarborgen dat het recht van vrij verkeer van personen daadwerkelijk kan worden uitgeoefend, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens haar omvang en gevolgen beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
- (24)
Deze verordening is bedoeld ter vervanging van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (5),
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.
PB C 324 van 30.12.2006, blz. 59.
Advies van het Europees Parlement van 9 juli 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 17 december 2008 (PB C 38 E van 17.2.2009, blz. 26) en standpunt van het Europees Parlement van 22 april 2009. Besluit van de Raad van 27 juli 2009.
PB L 150 van 10.6.2008, blz. 28.
PB L 74 van 27.3.1972, blz, 1.