Einde inhoudsopgave
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
Artikel 44 Opsporingsambtenaren
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2005
- Bronpublicatie:
23-06-2005, Stb. 2005, 344 (uitgifte: 05-07-2005, kamerstukken: 29764)
- Inwerkingtreding
01-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2005, Stb. 2005, 344 (uitgifte: 05-07-2005, kamerstukken: 29764)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Sociale zekerheid bijstand / Bijzondere bijstand
1.
Met de opsporing van de feiten omschreven in de artikelen 225 tot en met 227b, 447c en 447d van het Wetboek van Strafrecht, voor zover het feit voor de toepassing van deze wet van belang is, zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de ambtenaren, aangewezen bij besluit van Onze Ministers wie het aangaat. Deze ambtenaren zijn tevens belast met de opsporing van feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 179 tot en met 182, en 184 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op een bevel, vordering of handeling, gedaan of ondernomen door henzelf.
2.
Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.