NJ 1960/270
Bedrijfsschade van een onteigende eigenaar, die op het tijdstip van de nederlegging, bedoeld in art. 12 Ow., nog pachter was van het onteigende perceel.
HR 13-04-1960, ECLI:NL:HR:1960:75
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 april 1960
- Magistraten
Mrs. Smits, Boltjes, van Rijn van Alkemade, Tekenbroek en Korthals Altes
- Zaaknummer
[13041960/NJ_1960-270]
- Conclusie
Mr. Loeff
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS138217:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1960:75, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑04‑1960
- Wetingang
(OW art. 39.)
Essentie
Bedrijfsschade van een onteigende eigenaar, die op het tijdstip van de nederlegging, bedoeld in art. 12 Ow., nog pachter was van het onteigende perceel.
Samenvatting
In een geval als het onderhavige, waarin de onteigende partij op het tijdstip van de in art. 12 Ow. bedoelde nederlegging nog pachter was van het te onteigenen perceel en eerst nadien eigenaar daarvan is geworden, brengt een redelijke toepassing van art. 39 Ow. mede: niet dat de onteigende door de verandering in de rechtsverhouding, krachtens welke hij het goed voor zijn bedrijf benut, elke aanspraak op vergoeding van bedrijfsschade verliest, omdat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.