NJB 2017/2003
Uitleg gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het College is van oordeel dat ingevolge art. 24 lid 1 eerste alinea en onder b Verordening 1307/2013 alleen dan betalingsrechten worden toegewezen aan landbouwers indien zij, voordat een verlaging en uitsluiting worden toegepast, naar aanleiding van een daartoe ingediende steunaanvraag voor 2013 recht hadden op betaling van een rechtstreekse betaling van minimaal € 500. De in genoemde bepaling neergelegde keuze van de Uniewetgever leidt, ook indien deze keuze wordt beschouwd tegen de achtergrond van artikel 24 lid 1 derde alinea en onder c Verordening 1307/2013, niet tot onevenredige gevolgen. Het College ziet geen grond voor tot het stellen van prejudiciële vragen nopende twijfel
CBb 09-10-2017, ECLI:NL:CBB:2017:316
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
9 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. Winter, Venekamp, Van der Beek
- Zaaknummer
16/385
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Inrichting landelijk gebied
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - branchespecifiek
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2017:316, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 09‑10‑2017
Essentie
Uitleg gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het College is van oordeel dat ingevolge art. 24 lid 1 eerste alinea en onder b Verordening 1307/2013 alleen dan betalingsrechten worden toegewezen aan landbouwers indien zij, voordat een verlaging en uitsluiting worden toegepast, naar aanleiding van een daartoe ingediende steunaanvraag voor 2013 recht hadden op betaling van een rechtstreekse betaling van minimaal € 500. De in genoemde bepaling neergelegde keuze van de Uniewetgever leidt, ook indien deze keuze wordt beschouwd tegen de achtergrond van artikel 24 lid 1 derde alinea en onder c Verordening 1307/2013, niet tot onevenredige gevolgen. Het College ziet geen grond voor tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.