Einde inhoudsopgave
Wet toelating zorginstellingen
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
10-06-2020, Stb. 2020, 181 (uitgifte: 19-06-2020, kamerstukken: 34768)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, Stb. 2021, 344 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het bestuur van een instelling wendt zich tot het College sanering binnen zes weken na bekendmaking van een beslissing tot beëindiging van de uitvoering van bijzondere medische verrichtingen of beëindiging van het gebruik van apparatuur op grond van artikel 6, vijfde lid, van de Wet op bijzondere medische verrichtingen.
2.
Het College sanering stelt de financiële gevolgen van sanering vast ter zake van een beslissing als bedoeld in het eerste lid, alsmede ter uitvoering van een beslissing als bedoeld in artikel 18.
3.
De in het tweede lid bedoelde vaststelling kan inhouden dat het College sanering subsidie verstrekt ter voorziening in de financiële gevolgen van de sanering.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:
- a.
hetgeen onder financiële gevolgen van sanering moet worden verstaan;
- b.
de hoogte, de opbouw en wijze van berekening van de subsidie;
- c.
de aanvraag van de subsidie en de besluitvorming daarover;
- d.
de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;
- e.
de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;
- f.
de vaststelling van de subsidie;
- g.
de betaling en terugvordering van de subsidie en het verlenen van voorschotten.
5.
In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vierde lid, kan worden bepaald dat het College sanering nadere regels stelt over daarbij aangewezen onderwerpen. De door het College sanering gestelde regels behoeven de goedkeuring van Onze Minister.
6.
Een beschikking tot subsidievaststelling wordt niet genomen dan nadat het Zorginstituut hieromtrent is gehoord.
7.
De betaling van de subsidie of het voorschot geschiedt door het Zorginstituut ten laste van het Fonds langdurige zorg. Onze Minister kan hieromtrent nadere regelen stellen.
8.
Indien het College sanering vaststelt dat de financiële gevolgen van de sanering een positief saldo voor de betrokken instelling inhouden, kan het College sanering bepalen dat het saldo wordt gestort in het Fonds langdurige zorg. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vierde lid, kunnen hieromtrent regels worden gesteld.
9.
Van besluiten als bedoeld in het tweede lid doet het College sanering mededeling aan Onze Minister.
10.
Onze Minister doet jaarlijks verslag aan de Staten-Generaal omtrent de door het College sanering ingevolge het tweede lid genomen besluiten.
11.
Het College sanering is tevens belast met het toezicht op de sanering. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vierde lid, kunnen hieromtrent regels worden gesteld.