RI 2015/23
Ontstaansmoment van de vordering. Is een vordering uit onverschuldigde betaling wegens vernietiging rechterlijk uitspraak een nagekomen bate ex art. 194 Fw?(Verzoeker/bewindvoerder)
HR 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3678
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/05332
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS919969:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3678, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2330, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑08‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑10‑2013
- Wetingang
Art. 6:203 BW; art. 194, 356 Fw
Essentie
Ontstaansmoment van de vordering.
Is een vordering uit onverschuldigde betaling wegens vernietiging rechterlijk uitspraak een nagekomen bate ex art. 194 Fw?
Samenvatting
In 2002 heeft X een aannemingsovereenkomst gesloten, op grond waarvan tegelwerk is verricht in een door A geëxploiteerd sportcentrum. Nadien ontstaan lekkages en schimmels, waarvoor X aansprakelijk is gesteld door A. Bij vonnis van de Rechtbank Leeuwarden van 13 augustus 2008 is X veroordeeld om een bedrag aan A te betalen. Voor een gedeelte heeft X die betalingen voldaan. Op 12 mei 2009 is ten aanzien van X de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.