Einde inhoudsopgave
Gedragsregels advocatuur 2018
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 14-02-2018
- Bronpublicatie:
14-02-2018, Internet 2018, www.advocatenorde.nl (uitgifte: 14-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-02-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2018, Internet 2018, www.advocatenorde.nl (uitgifte: 14-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
Het digitaal procederen in het burgerlijk procesrecht en het bestuursprocesrecht als gevolg van het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) leidt ertoe dat de wet en de procesreglementen kunnen voorschrijven dat advocaten hun processtukken uploaden in een digitale omgeving. Met die handeling wordt het desbetreffende processtuk ook voor de advocaat van de wederpartij beschikbaar. In dat geval wordt reeds voldaan aan de informatieplicht jegens de wederpartij en diens advocaat.
Volgens de tuchtrechter is het wel toegestaan om na arrestbepaling de rechter te benaderen met een verzoek tot aanpassing/aanvulling van het proces-verbaal van de pleidooizitting. Toestemming van de wederpartij is daarvoor in beginsel niet nodig. Niet toegestaan is echter nieuwe argumenten aan te voeren (het zogezegde napleiten) (HvD 30 mei 2016, nr. 150165, ECLI:NL:TAHVD:2016:96).
Het derde lid geeft aan dat het de advocaat niet is geoorloofd, zonder toestemming van de wederpartij, zich tot de rechter te wenden nadat om een uitspraak is gevraagd. Hier wordt gedoeld op de rechter die de zaak heeft behandeld. Onder ‘de rechter’ wordt ook begrepen de in het eerste lid genoemde instantie aan wier oordeel de zaak is onderworpen.
Deze regel ziet voornamelijk op civiele en bestuursrechtelijke procedures. In het strafrecht is er geen advocaat van de wederpartij. Met wederpartij wordt niet bedoeld de officier van justitie.