NJB 2015/1347
Poging koop c.q. voorhanden hebben vuurwapen, art. 26 WWM: hof kon oordelen dat de gedragingen van de verdachte (tijdens zelf opgenomen telefonisch contact met internetverkoper vragen stellen en aangeven dat hij het wapen daadwerkelijk wilde kopen) naar de uiterlijke verschijningsvorm waren gericht op de voltooiing van het delict dat bestaat in het voorhanden hebben van een vuurwapen en dat die gedragingen dus moeten worden aangemerkt als een begin van uitvoering
HR 30-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1769
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 juni 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/01195
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1769, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2014
- Wetingang
Essentie
Poging koop c.q. voorhanden hebben vuurwapen, art. 26 WWM: hof kon oordelen dat de gedragingen van de verdachte (tijdens zelf opgenomen telefonisch contact met internetverkoper vragen stellen en aangeven dat hij het wapen daadwerkelijk wilde kopen) naar de uiterlijke verschijningsvorm waren gericht op de voltooiing van het delict dat bestaat in het voorhanden hebben van een vuurwapen en dat die gedragingen dus moeten worden aangemerkt als een begin van uitvoering
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – (feit 2) ‘ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om een vuurwapen van categorie III (een vuurwapen: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.