WR 2021/75
Verhuis- en inrichtingskosten – woonruimte: gemeubileerde tijdelijke logeerwoning; geen verhuizing (hoger beroep van WR 2018/167)
Hof Arnhem-Leeuwarden 02-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:964
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
2 februari 2021
- Magistraten
Mrs. C.J.H.G. Bronzwaer, M. Schoemaker, G.H. Bunt
- Zaaknummer
200.254.600
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS267523:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2021:964, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 02‑02‑2021
- Wetingang
Art. 7:220 lid 5 BW
Essentie
Verhuis- en inrichtingskosten – woonruimte: gemeubileerde tijdelijke logeerwoning; geen verhuizing (hoger beroep van WR 2018/167)
Samenvatting
Huurster komt niet in aanmerking voor een verhuisvergoeding omdat er geen verhuizing in de zin van 7:220 lid 5 BW heeft plaatsgevonden. Huurster heeft tijdens de werkzaamheden twee weken in een volledig ingerichte en gemeubileerde logeerwoning verbleven. Er is geen huisraad overgebracht naar de logeerwoning en er zijn geen (her)inrichtingskosten gemaakt. Omdat er geen sprake van een verhuizing is geweest, kan alleen daarom al geen aanspraak gemaakt worden op de forfaitaire verhuiskostenvergoeding. In het midden kan blijven of de werkzaamheden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.