RI 2024/40
Zijn Paulianavorderingen (art. 3:45 BW) niet-ontvankelijk vanwege de primaire bevoegdheid van de faillissementscurator volgens art. 49 Fw?
HR 15-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:429
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/03011
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS966094:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:429, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:828, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑09‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2022
- Wetingang
Essentie
Pauliana. Hoofdelijke verbondenheid.
Kan voor toepassing van art. 2:334t lid 2 BW op een gesplitste rechtspersoon rustende verbintenis contractueel ondeelbaar worden gemaakt, zodat ook verkrijgende rechtspersonen voor geheel aansprakelijk zijn tot nakoming van verbintenis? Is het onaanvaardbaar dat een bank zich beroept op een rentebeding in een geldleningsovereenkomst ten opzichte van andere deelgenoten bij de verdeling van een notarieel executiedepot, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid? Zijn Paulianavorderingen (art. 3:45 BW) niet-ontvankelijk vanwege de primaire bevoegdheid van de faillissementscurator volgens art. 49 Fw?
Samenvatting
Vesteda c.s. stellen te zijn benadeeld in hun ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.