V-N 2018/24.7
Bij afkoop oude lijfrente is tegenbewijs inzake revisierente terecht uitgesloten. Geen strijd met art. 1 EP EVRM
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 april 2018
- Zaaknummer
17/01043
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS928834:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:627, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:157, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2018
- Wetingang
art. 30i AWR; art. 1 EP EVRM; art. 3.133 lid 3 Wet IB 2001
Essentie
Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de mogelijkheid van tegenbewijs uit doelmatigheid uitsluitend mogelijk is als de aanspraak is bedongen minder dan tien jaren voor het jaar waarin de negatieve persoonlijke verplichtingen worden genoten. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Samenvatting
De heer X heeft in 1994 een lijfrente afgesloten ter compensatie van een pensioentekort. In 2014 koopt X deze lijfrente af voor € 29.820. Op de afkoopsom is € 15.507 loonheffing ingehouden. In geschil is of daarnaast terecht 20% revisierente van € 5964 is ...