FED 2020/2
Belanghebbende heeft bewijslast voor verschoonbaarheid termijnoverschrijding bij bezwaar tegen boetebeschikking. Hoge Raad gaat om en geeft rechterlijk overgangsrecht.
HR 05-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1102, m.nt. A.C. Breuer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juli 2019
- Magistraten
Mrs. Feteris, Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
18/01961
- Noot
A.C. Breuer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS173884:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1102, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑07‑2019
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 6:7, 6:8, 6:11 Awb; art. 22j aanhef en letter a AWR
Essentie
Belanghebbende heeft bewijslast voor verschoonbaarheid termijnoverschrijding bij bezwaar tegen boetebeschikking. Hoge Raad gaat om en geeft rechterlijk overgangsrecht.
Samenvatting
Belanghebbende komt na afloop van de termijn in bezwaar tegen de aanslag vennootschapsbelasting 2011 en de boetebeschikking. Hij stelt dat hij het aanslagbiljet niet heeft ontvangen. De inspecteur maakt aannemelijk dat het biljet op de voorgeschreven wijze ter post is bezorgd. Belanghebbende heeft naar het oordeel van het Hof in de feitelijke instanties onvoldoende aangevoerd op basis waarvan de ontvangst of aanbieding van het aanslagbiljet aan hem redelijkerwijs kan worden betwijfeld. De Hoge Raad oordeelt dat de termijnoverschrijding ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.