TRA 2023/71
Het einde van de fictie van het uitzendbeding.
HR 17-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:426, m.nt. mr. D. Schwartz
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 maart 2023
- Zaaknummer
21/04342
- Noot
mr. D. Schwartz
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS702760:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:426, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:846, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2021
- Wetingang
Essentie
Het einde van de fictie van het uitzendbeding.
Uitspraak
Feiten
De werknemer is vanaf 12 mei 2014 als uitzendkracht door werkgever Solutions uitgeleend aan De Jong Eco Cups B.V., waar hij een machine bedient voor het produceren van kartonnen bekertjes. Hij is werkzaam op basis van een uitzendovereenkomst waarop de cao NBBU van toepassing is. Die cao bevat in art. 13 een uitzendbeding dat bepaalt dat de uitzendovereenkomst ten einde komt doordat de inlener om welke reden dan ook de uitzendkracht niet langer wil of kan inlenen en voorts doordat de uitzendkracht om welke reden dan ook, daaronder begrepen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.