V-N 2019/35.6
Vrijgesteld EU-salaris mag geen invloed hebben op algemene heffingskorting
HR 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1221, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juli 2019
- Magistraten
De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
18/03217
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS69379:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1221, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:216, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑03‑2019
- Wetingang
art. 8.10 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat indien rekening wordt gehouden met het salaris van het EU-agentschap voor toepassing van de algemene heffingskorting dat zou neerkomen op een verboden indirecte heffing van belasting door Nederland over dat vrijgestelde salaris.
Samenvatting
De heer X woont in Nederland en is in 2015 in loondienst bij een EU-agentschap. Zijn salaris van € 95.331 is op grond van het EU-recht vrijgesteld van Nederlandse belastingheffing. Zijn belastbaar inkomen bestaat uit winst uit onderneming en negatieve inkomsten uit eigen woning, zijnde in totaal € 6663. Bij het vaststellen van de IB-aanslag is de algemene heffingskorting van € 2203 met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.