NJB 2015/610
Het arrest Dhahbi van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM) noopt er niet toe dat bij uitspraak met toepassing van art. 91 lid 2 Vreemdelingenwet 2000 het verzoek om prejudiciële vragen te stellen moet worden vermeld en te motiveren dat en waarom dat verzoek is afgewezen
ABRvS 05-03-2015, ECLI:NL:RVS:2015:785
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
5 maart 2015
- Magistraten
Mrs. Lubberdink, Parkins-de Vin en Sevenster
- Zaaknummer
201500670/1/V2
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Europees belastingrecht / Verdragen EU
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Instituties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:785, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 05‑03‑2015
- Wetingang
(Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM), art. 6, 13; Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: het VWEU) art. 267; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: het Handvest) art. 47; Vreemdelingenwet 2000 (hierna VW 2000 art. 91 lid 2)
Essentie
Het arrest Dhahbi van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM) noopt er niet toe dat bij uitspraak met toepassing van art. 91 lid 2 Vreemdelingenwet 2000 het verzoek om prejudiciële vragen te stellen moet worden vermeld en te motiveren dat en waarom dat verzoek is afgewezen
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: de [vreemdelingen], appellanten, vs. de uitspraak van de voorzieningenrechter van Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 15 januari 2015 in zaken nrs. 14/28314, 14/28319, 14/28316 en 14/28320 in het geding tussen: de [vreemdelingen] en de [Staatssecretaris van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.