NJ 1913, p. 741
HR, 23-05-1913
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 1913
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. S. Laman Trip. Raadsheeren: Mrs. S. Gratama, J. H. van Goor, C. Krabbe en A. P. L. Nelissen.
- Zaaknummer
[23051913./NJ_1913,_p._741]
- Conclusie
Mr. T. J. Noyon
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS118477:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1913:141, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑1913
- Wetingang
(BW art. 719.)
Samenvatting
Het voortdurend gebruik sedert 1841 van een strook gronds als weg door twee geburen, waarvan de eene is de eigenaar van dien grond, is niet voldoende om den weg tot buurweg te stempelen. De eischer, die het bestaan van een buurweg aan zijn vordering (lot opruiming van een hek, door den eigenaar op voormelde strook gronds geplaatst) ten grondslag legde, had de bestemming van bedoelden weg tot buurweg te bewijzen.
Partij(en)
C. van Bloois Jzn., eischer tot cassatie van een arrest door het Gerechtshof te 's-Gravenhage den 18den Oct. 1912 gewezen, advocaat Mr. J. Wolterbeek Muller tegen: ...