Einde inhoudsopgave
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Artikel 4.2.7 [Klachtenregeling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 67 (uitgifte: 24-02-2020, kamerstukken: 35299)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-03-2020, Stb. 2020, 93 (uitgifte: 18-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Maatschappelijke opvang
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
1.
Veilig Thuis treft een regeling voor de behandeling van klachten over gedragingen van Veilig Thuis of van voor hem werkzame personen jegens andere personen in het kader van de uitvoering van de taken van Veilig Thuis. Veilig Thuis brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de jeugdigen, ouders en pleegouders.
2.
De in het eerste lid bedoelde regeling:
- a.
voorziet erin dat de klachten worden behandeld door een klachtencommissie die bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter die niet werkzaam is voor of bij Veilig Thuis;
- b.
waarborgt dat aan de behandeling van een klacht niet wordt deelgenomen door een persoon op wiens gedraging de klacht rechtstreeks betrekking heeft;
- c.
waarborgt dat de klachtencommissie binnen een in de regeling vastgelegde termijn na indiening van de klacht de klager, degene over wie is geklaagd en Veilig Thuis schriftelijk en met redenen omkleed in kennis stelt van haar oordeel over de gegrondheid van de klacht, al dan niet vergezeld van aanbevelingen;
- d.
waarborgt dat bij afwijking van de onder c bedoelde termijn de klachtencommissie daarvan met redenen omkleed mededeling doet aan de klager, degene over wie is geklaagd en Veilig Thuis, onder vermelding van de termijn waarbinnen de klachtencommissie haar oordeel over de klacht zal uitbrengen;
- e.
waarborgt dat de klager en degene over wie is geklaagd door de klachtencommissie in de gelegenheid worden gesteld mondeling of schriftelijk een toelichting te geven op de gedraging waarover is geklaagd, en
- f.
waarborgt dat de klager en degene over wie is geklaagd zich bij de behandeling van de klacht kunnen laten bijstaan.
3.
Veilig Thuis ziet erop toe dat de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, haar werkzaamheden verricht volgens een door deze commissie op te stellen reglement.
4.
Bij de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, kan een klacht tegen een Veilig Thuis-organisatie worden ingediend over een gedraging van die Veilig Thuis-organisatie of van voor haar werkzame personen jegens een andere persoon bij de uitvoering van de taken van Veilig Thuis
- a.
door of namens de persoon op wie de gedraging betrekking had;
- b.
door een nabestaande, indien de onder a bedoelde persoon is overleden.
5.
Veilig Thuis deelt de klager en de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, binnen een maand na ontvangst van het in het tweede lid, onderdeel c, bedoelde oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mee of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja welke. Bij afwijking van de in de eerste volzin genoemde termijn, doet Veilig Thuis daarvan met redenen omkleed mededeling aan de klager en de klachtencommissie, onder vermelding van de termijn waarbinnen Veilig Thuis zijn standpunt aan hen kenbaar zal maken.