Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/103/EG betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid
Artikel 16 Verklaring betreffende de vorderingen die derden hebben ingediend
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 23-12-2023.
- Bronpublicatie:
24-11-2021, PbEU 2021, L 430 (uitgifte: 02-12-2021, regelingnummer: 2021/2118)
- Inwerkingtreding
22-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2021, PbEU 2021, L 430 (uitgifte: 02-12-2021, regelingnummer: 2021/2118)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Europees verzekeringsrecht
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
De lidstaten dragen er zorg voor dat de verzekeringnemer te allen tijde het recht heeft een verklaring te vragen betreffende de vorderingen die derden gedurende ten minste de laatste vijf jaar van de looptijd van de overeenkomst ten aanzien van het of de door de verzekeringsovereenkomst gedekte voertuig of voertuigen hebben ingediend, of een verklaring betreffende het ontbreken van dergelijke vorderingen (‘verklaring betreffende het schadeverleden’).
De verzekeringsonderneming dan wel een orgaan dat door een lidstaat is aangewezen om verplichte verzekeringen aan te bieden of dergelijke verklaringen te verstrekken, verstrekt de verzekeringnemer die verklaring betreffende het schadeverleden binnen 15 dagen te rekenen vanaf de indiening van het verzoek. Zij doen dit aan de hand van het formulier van de verklaring betreffende het schadeverleden.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen, wanneer zij rekening houden met verklaringen betreffende het schadeverleden die door andere verzekeringsondernemingen of andere organen als bedoeld in de tweede alinea zijn verstrekt, verzekeringnemers niet op een discriminerende manier behandelen en geen hogere premies in rekening brengen vanwege hun nationaliteit of louter op basis van hun vorige lidstaat van woonplaats.
De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer een verzekeringsonderneming bij de vaststelling van haar premies rekening houdt met verklaringen betreffende het schadeverleden, zij die verklaringen die in andere lidstaten zijn afgegeven gelijkstelt met die welke door een verzekeringsonderneming of de in de tweede alinea bedoelde organen in dezelfde lidstaat zijn afgegeven, ook wanneer zij eventuele kortingen toepast.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzekeringsondernemingen een algemeen overzicht van hun beleid op het gebied van het gebruik van verklaringen betreffende het schadeverleden bij de premieberekening bekendmaken.
De Commissie stelt uiterlijk op 23 juli 2023 uitvoeringshandelingen vast waarin zij door middel van een model de vorm en inhoud bepaalt van de in de tweede alinea bedoelde verklaring betreffende het schadeverleden. Dat model bevat informatie over de volgende punten:
- a)
de identiteit van de verzekeringsonderneming die, of het orgaan dat, de verklaring betreffende het schadeverleden verstrekt;
- b)
de identiteit van de verzekeringnemer, met inbegrip van zijn of haar contactgegevens;
- c)
het verzekerde voertuig en het voertuigidentificatienummer ervan;
- d)
de begin- en einddatum van de verzekering van het voertuig;
- e)
het aantal in het kader van de verzekeringsovereenkomst van de verzekeringnemer afgewikkelde door derden ingediende vorderingen gedurende de door de verklaring betreffende het schadeverleden bestreken periode, met inbegrip van de datum van elke vordering;
- f)
aanvullende informatie die relevant is uit hoofde van de in de lidstaten geldende voorschriften of praktijken.
De Commissie raadpleegt alle belanghebbende partijen en werkt nauw samen met de lidstaten voordat zij die uitvoeringshandelingen vaststelt.
De uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 28 bis, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.