Kaderwet EZK- en LNV-subsidies
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
06-11-1997, Stb. 1997, 510 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25280)
29-02-1996, Stb. 1996, 180 (uitgifte: 26-03-1996, kamerstukken: 24416)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-12-1997, Stb. 1997, 637 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Onze Minister kan met betrekking tot een subsidie, die niet op grond van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 3 wordt verstrekt, bij de subsidieverlening of, indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bij de subsidievaststelling bepalen, dat een subsidie-ontvanger een vergoeding voor vermogensvorming verschuldigd is overeenkomstig artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.
De wijze waarop de hoogte van de vergoeding wordt bepaald wordt vermeld in de beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling, bedoeld in het eerste lid.