Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 13 Verantwoordelijkheid van de lidstaten
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
Om te garanderen dat de voor diergezondheid bevoegde autoriteit de noodzakelijke en dienstige maatregelen kan nemen en de activiteiten kan uitvoeren die op grond van deze verordening zijn vereist, zorgt elke lidstaat op het passende administratieve niveau ervoor dat de bevoegde autoriteit:
- a)
beschikt over gekwalificeerd personeel, voorzieningen, uitrusting, financiële middelen en een doeltreffende organisatie die het hele grondgebied van de lidstaat bestrijkt;
- b)
toegang heeft tot laboratoria met gekwalificeerd personeel, voorzieningen, uitrusting en financiële middelen die een snelle en juiste diagnose en differentiële diagnose van in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten garanderen;
- c)
beschikt over voldoende geschoolde dierenartsen voor de in artikel 12 bedoelde activiteiten.
2.
De lidstaten zetten de exploitanten en personen die zich beroepsmatig met dieren bezighouden ertoe aan voldoende kennis van diergezondheid als bedoeld in artikel 11 te verwerven, te onderhouden en te ontwikkelen via ter zake dienende programma's in de landbouw- of aquacultuursector of via formeel onderwijs.