Algemene Ouderdomswet
Einde inhoudsopgave
Algemene Ouderdomswet:Artikel 31 [Uitbetaling vakantie-uitkering]
Algemene Ouderdomswet
Artikel 31 [Uitbetaling vakantie-uitkering]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-07-2009
- Bronpublicatie:
25-06-2009, Stb. 2009, 265 (uitgifte: 30-06-2009, kamerstukken: 31124)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2009, Stb. 2009, 266 (uitgifte: 30-06-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
1.
Eenmaal per jaar vindt ambtshalve uitbetaling van de vakantie-uitkering plaats.
2.
De in het vorige lid bedoelde uitbetaling vindt plaats in de maand mei en omvat de vakantie-uitkering, waarop recht bestond over de periode van twaalf maanden, voorafgaande aan de maand mei.
3.
De vakantie-uitkering wordt betaald zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.