Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 606/2013 betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken
Artikel 11 Aanpassing van de beschermingsmaatregel
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-05-2025.
- Bronpublicatie:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2844 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2844)
- Inwerkingtreding
16-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2844 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2844)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
De beschermingsmaatregel wordt indien nodig en voor zover nodig door de bevoegde instantie van de aangezochte lidstaat in feitelijk opzicht zo aangepast, dat in die lidstaat uitvoering aan de beschermingsmaatregel kan worden gegeven.
2.
De procedure voor de aanpassing van de beschermingsmaatregel wordt beheerst door het recht van de aangezochte lidstaat.
3.
De aanpassing van de beschermingsmaatregel wordt ter kennis gebracht aan de persoon van wie de dreiging uitgaat.
4.
Indien de persoon van wie de dreiging uitgaat, zijn of haar verblijfplaats heeft in de aangezochte lidstaat, wordt de kennisgeving verricht volgens het recht van die lidstaat. Indien de persoon van wie de dreiging uitgaat, zijn of haar verblijfplaats in een andere dan de aangezochte lidstaat heeft, wordt de kennisgeving verricht bij aangetekende zending met ontvangstbevestiging of een gelijkwaardige zending, of door elektronische betekening of kennisgeving als bedoeld in artikel 19 en artikel 19 bis van Verordening (EU) 2020/1784. Indien de persoon van wie de dreiging uitgaat, zijn of haar woonplaats in een derde land heeft, wordt de kennisgeving verricht bij aangetekende zending met ontvangstbevestiging of een gelijkwaardige zending.
Indien het adres van de persoon van wie de dreiging uitgaat, niet bekend is of indien de betrokkene weigert de kennisgeving in ontvangst te nemen, is het recht van de aangezochte lidstaat van toepassing.
5.
De beschermde persoon of de persoon van wie de dreiging uitgaat, kan tegen de aanpassing van de beschermingsmaatregel beroep instellen. De beroepsprocedure wordt beheerst door het recht van de aangezochte lidstaat. Het instellen van hoger beroep heeft echter geen schorsende werking.