Einde inhoudsopgave
Paspoortwet
Artikel 49
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2017
- Bronpublicatie:
17-05-2017, Stb. 2017, 217 (uitgifte: 06-06-2017, kamerstukken: 34519)
- Inwerkingtreding
01-10-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2017, Stb. 2017, 284 (uitgifte: 30-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Bij de mededeling, bedoeld in artikel 48, tweede lid, wijst de in artikel 48, eerste lid, bedoelde autoriteit de houder of diens wettelijke vertegenwoordiger erop, dat deze verplicht is het reisdocument bij hem in te leveren.
2.
Indien de houder een minderjarige is van twaalf jaren of ouder, dan wel een onder curatele gestelde, kan de in artikel 48, eerste lid, bedoelde autoriteit in bijzondere gevallen bepalen, dat het reisdocument in afwachting van de rechterlijke uitspraak of beschikking terzake, niet ingeleverd behoeft te worden.
3.
De in artikel 48, eerste lid, bedoelde autoriteit draagt zorg dat de houder wiens reisdocument ingevolge het eerste lid moet worden ingeleverd onverwijld in het register, bedoeld in artikel 25, derde lid, wordt vermeld. Deze vermelding kan geen andere gegevens van de betrokken persoon omvatten dan die, bedoeld in artikel 3. Artikel 25, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Onze Minister, onderscheidenlijk de Gouverneur, draagt zorg dat het ingevolge artikel 53 ingehouden reisdocument onverwijld wordt toegezonden aan de in artikel 48, eerste lid, bedoelde autoriteit.