NJ 1948/618
Voeging en incidenteel appèl.
HR 22-07-1948, ECLI:NL:HR:1948:22
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juli 1948
- Magistraten
Mrs. Donner, Sinninghe Damsté, Feber, Rombach en de Jong
- Zaaknummer
[22071948/NJ_1948-618]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS165924:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1948:22, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑07‑1948
- Wetingang
Essentie
Voeging en incidenteel appèl.
Samenvatting
De samenvoeging van vorderingen ingevolge art. 159 Rv. ontneemt aan de samengevoegde vorderingen haar zelfstandigheid niet.
De Rechtb., over de samengevoegde vorderingen beslissende, heeft dan ook in materialen zin twee vonnissen gewezen.
Het tegen een dier vonnissen ingestelde hoger beroep schept niet de gelegenheid tegen het andere vonnis incidenteel beroep in te stellen.
Partij(en)
A. W. R., echtgenote van J. H. N„ wonende te ‘s-Gravenhage, eiseres tot cassatie van een op 12 Febr. 1948 door het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage tussen partijen gewezen arrest, adv. Mr. A. E. J. Nysingh, gepleit door Mr. C. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.