NJ 1931, p. 1429
Zie noot onder het arrest. (Reel.).
HR 22-05-1931, ECLI:NL:HR:1931:332, m.nt. Prof. E. M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 mei 1931
- Magistraten
(Mrs. Fentener van Vlissingen, Taverne, van den Dries, van Gelein Vitringa, Polak.)
- Zaaknummer
[22051931/NJ_1931,_p._1429]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS152440:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1931:332, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑05‑1931
- Wetingang
(BW art. 1178, 1401.)
Essentie
Zie noot onder het arrest. (Reel.).
Partij(en)
J. G. van den Bel, bouwkundige, wonende
te Overveen, gemeente Bloemendaal, eischer tot cassatie van een arrest van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage op 15 Mei 1930 tusschen partijen gewezen, advocaat Jhr. Mr. H. de Ranitz, tegen :
1°. T. M. W. Bergers, vleeschhouwer, wonende te Leiden; 2°. de N. V. Bouwmaatschappij Algemeen Nederlandsen Grondbezit, in liquidatie, statutair gevestigd te Amsterdam, doch laatstelijk gevestigd en kantoor houdende te Leiden ; 3°. H. P. Jansen, schilder, wonende te Leiden, verweerders in cassatie, verweerders 1 en 3 advocaat Mr. H. W. J. A. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.