Verdrag betreffende de bescherming van de vertegenwoordigers van de werknemers in de onderneming en de hun te verlenen faciliteiten
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 30-06-1973
- Bronpublicatie:
23-06-1971, Trb. 1971, 207 (uitgifte: 17-11-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-06-1973
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-1976, Trb. 1976, 11 (uitgifte: 28-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de Conferentie een nieuw verdrag aanneemt, houdende een gehele of gedeeltelijke herziening van het onderhavige Verdrag, zal, tenzij het nieuwe verdrag anders bepaalt:
- (a)
de bekrachtiging door een Lid van het nieuwe verdrag, houdende herziening, ipso jure onmiddellijke opzegging van dit Verdrag ten gevolge hebben, niettegenstaande het bepaalde in artikel 9, onder voorbehoud evenwel, dat het nieuwe verdrag, houdende herziening, in werking is getreden;
- (b)
met ingang van de datum, waarop het nieuwe verdrag, houdende herziening, in werking is getreden, het onderhavige Verdrag niet langer door de Leden bekrachtigd kunnen worden.
2.
Dit Verdrag blijft echter in elk geval naar vorm en inhoud van kracht voor de Leden, die het bekrachtigd hebben en die het nieuwe verdrag, houdende herziening, niet bekrachtigen.