Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering 2000
Artikel 3.16c Levenlanglerenkrediet: duur
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2022
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad zijn onderdeel a en b i.p.v. onderdeel b, c en d gewijzigd.
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
- Inwerkingtreding
01-09-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het levenlanglerenkrediet kan worden verstrekt gedurende vier jaar.
2.
De periode, bedoeld in het eerste lid, kan worden verlengd indien de student in de laatste maand van die periode een opleiding volgt met een langere nominale duur dan vier jaar en die opleiding onafgebroken blijft volgen. Het levenlanglerenkrediet kan ten hoogste zoveel langer worden verstrekt als het verschil tussen 48 maanden en het aantal maanden waarop de studielast is gebaseerd op grond van:
- a.
artikel 7.5, eerste lid, onderdelen a tot en met d;
- b.
artikel 7.5a WHW;
- c.
artikel 7.5b, eerste lid, WHW; of
- d.
artikel 7.5c WHW.
3.
Indien de ho-student in de laatste maand van de periode, bedoeld in het eerste of tweede lid, een deeltijdse opleiding volgt en deze opleiding onafgebroken blijft volgen, wordt de periode met één jaar verlengd.