Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 50 Steunregelingen tot herstel van de schade veroorzaakt door bepaalde natuurrampen
Geldend
Geldend van 01-07-2014 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
17-06-2014, PbEU 2014, L 187 (uitgifte: 26-06-2014, regelingnummer: 651/2014)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2014, PbEU 2014, L 187 (uitgifte: 26-06-2014, regelingnummer: 651/2014)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Groepsvrijstellingen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Steunregelingen tot herstel van de schade veroorzaakt door aardbevingen, lawines, grondverschuivingen, overstromingen, tornado's, orkanen, vulkaanuitbarstingen en natuurbranden met een natuurlijke oorzaak zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 2, onder b), van het Verdrag en zijn van de procedure van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.
2.
De steun wordt toegekend op de volgende voorwaarden:
- a)
de bevoegde overheidsinstanties van een lidstaat hebben de gebeurtenis formeel als natuurramp erkend, en
- b)
er is een rechtstreeks oorzakelijk verband tussen de natuurramp en de schade die de getroffen onderneming heeft geleden.
3.
Steunregelingen met betrekking tot een specifieke natuurramp worden ingesteld binnen drie jaar nadat de gebeurtenis zich heeft voorgedaan. Steun op basis van die regelingen wordt toegekend binnen vier jaar nadat de gebeurtenis zich heeft voorgedaan.
4.
De kosten die voortvloeien uit de schade die is ontstaan als een direct gevolg van de natuurramp, volgens een taxatie door een onafhankelijke deskundige die is erkend door de bevoegde nationale overheid of door een verzekeringsonderneming, zijn in aanmerking komende kosten. Bij deze schade kan het gaan om materiële schade aan activa zoals gebouwen, uitrusting, machines, voorraden, en om inkomensverlies door de volledige of gedeeltelijke onderbreking van activiteiten gedurende een periode van ten hoogste zes maanden nadat de ramp zich heeft voorgedaan. De berekening van de materiële schade gebeurt op basis van de reparatiekosten of de economische waarde van het betrokken actief vóór de ramp. Deze ligt niet hoger dan de reparatiekosten of de door de ramp veroorzaakte daling van de reële marktwaarde, d.w.z. het verschil tussen de waarde van het eigendom onmiddellijk vóór en onmiddellijk ná de ramp. Het inkomensverlies wordt, op basis van financiële gegevens van de getroffen onderneming (inkomsten vóór aftrek van rente en belastingen (EBIT), afschrijving en arbeidskosten uitsluitend met betrekking tot de door de natuurramp getroffen vestiging), berekend door de financiële gegevens voor de periode van zes maanden nà de ramp te vergelijken met het gemiddelde van drie jaar uit de periode van vijf jaar vóór de ramp (ongerekend het jaar dat het beste en het jaar dat het slechtste financieel resultaat oplevert) en wordt berekend voor dezelfde zesmaandsperiode van het jaar. De schade wordt berekend op het niveau van de individuele begunstigde.
5.
De steun en alle overige betalingen ter vergoeding van de schade, met inbegrip van betalingen in het kader van verzekeringspolissen, bedragen ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten.