Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/105/EG inzake milieukwaliteitsnormen op het gebied van het waterbeleid tot wijziging en vervolgens intrekking van de Richtlijnen 82/176/EEG, 83/513/EEG, 84/156/EEG, 84/491/EEG en 86/280/EEG van de Raad, en tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG
Artikel 4 Mengzones
Geldend
Geldend vanaf 13-09-2013
- Bronpublicatie:
12-08-2013, PbEU 2013, L 226 (uitgifte: 24-08-2013, regelingnummer: 2013/39/EU)
- Inwerkingtreding
13-09-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-2013, PbEU 2013, L 226 (uitgifte: 24-08-2013, regelingnummer: 2013/39/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten kunnen aan lozingspunten grenzende mengzones aanwijzen. In die mengzones mogen de concentraties van één of meer stoffen die zijn opgenomen in deel A van bijlage I de desbetreffende MKN overschrijden, mits dit geen gevolgen heeft voor de naleving van deze normen in de rest van het betrokken oppervlaktewaterlichaam.
2.
De lidstaten die mengzones aanwijzen, nemen in de overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG opgestelde stroomgebiedsbeheersplannen een beschrijving op van:
- a)
de aanpak en de methoden die zijn toegepast om zulke zones af te bakenen, en tevens
- b)
de maatregelen die zijn genomen met het oog op het verkleinen van de omvang van de mengzones in de toekomst, zoals maatregelen krachtens artikel 11, lid 3, onder k), van Richtlijn 2000/60/EG, of een herziening van vergunningen als genoemd in Richtlijn 2008/1/EG of van voorafgaande reguleringen als genoemd in artikel 11, lid 3, onder g), van Richtlijn 2000/60/EG.
3.
De lidstaten die mengzones aanwijzen, waarborgen dat de omvang van elke mengzone:
- a)
beperkt is tot de nabijheid van het lozingspunt;
- b)
proportioneel is, rekening houdend met de concentraties van de verontreinigende stoffen op het lozingspunt en de voorwaarden voor de emissies van verontreinigende stoffen in de voorafgaande reguleringen, zoals toestemming en/of vergunningen, als bedoeld in artikel 11, lid 3, onder g), van Richtlijn 2000/60/EG en andere toepasselijke communautaire regelgeving met betrekking tot de toepassing van de best beschikbare technieken en artikel 10 van Richtlijn 2000/60/EG, met name nadat die voorafgaande reguleringen zijn herzien.