RF 2020/81
Moet de bank een BKR-codering verwijderen na een beroep op de AVG?
Hof 's-Hertogenbosch 06-08-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2536
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
6 augustus 2020
- Magistraten
Mrs. R.R.M. de Moor, A.J. Henzen, M.W.M. Souren
- Zaaknummer
200.270.589_01 en 200.270.589_02
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS239085:1
- Vakgebied(en)
Financiële planning / Financiering
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2020:2536, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 06‑08‑2020
- Wetingang
Essentie
AVG. BKR-codering.
Mogen banken op grond van hun wettelijke plicht tot deelname aan een kredietregistratiesysteem persoonsgegevens laten registreren bij het BKR? Kan er gebruik worden gemaakt van de rechtmatigheidsgrond in art. 6 lid 1 onder c AVG als de verwerking van persoonsgegevens zelf niet expliciet bij wet is geregeld? Kunnen private partijen persoonsgegevens verwerken op basis van de rechtmatigheidsgrond in art. 6 lid 1 onder c AVG?
Samenvatting
Als gevolg van een afgerond schuldsaneringstraject en afboeking van de restantvordering door Achmea en ABN AMRO heeft appellant een bijzonderheidscodering bij de Stichting Bureau ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.