NJ 1950/235
Aanduiding van verdachte in dagvaarding, door signalement in dactyloscopische opnamen.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 mei 1949
- Magistraten
Mrs Fick, van der Meulen, Feber, Rombach, Vrij
- Zaaknummer
[17051949/NJ_1950-235]
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS133842:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:58, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑05‑1949
- Wetingang
Essentie
Aanduiding van verdachte in dagvaarding, door signalement in dactyloscopische opnamen.
Samenvatting
In het onderhavige geval kon de in dagvaarding en vonnis gevolgde aanduiding van verdachte door zijn signalement en verwijzing naar zijn aangebrachte dactyloscopische opnamen tot zijn vaststelling als gedagvaarde bij zijn verschijning ter terechtzitting, gelijk ook als veroordeelde bij een tenuitvoerlegging, in staat stellen.
Derhalve kon de Ktr. de dagvaarding, die onder de vermelde omstandigheden ook op de juiste wijze was uitgebracht, geldig beschouwen en stilzwijgend een vervolging van het opgespoorde strafbaar feit bestaanbaar achten en heeft hij door de ontvankelijkheid van het O. M. aan te ...