Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014
Artikel 3.1 Vrije ballonnen
Geldend
Geldend vanaf 12-12-2014
- Bronpublicatie:
09-12-2014, Stcrt. 2014, 35511 (uitgifte: 11-12-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/260116)
- Inwerkingtreding
12-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2014, Stcrt. 2014, 35511 (uitgifte: 11-12-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/260116)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Het uitvoeren van een vlucht met een vrije ballon buiten de daglichtperiode is toegestaan met inachtneming van de volgende voorschriften:
- a.
de gezagvoerder is in het bezit van een geldig bewijs van bevoegdheid als ballonvaarder en heeft als gezagvoerder ten minste 100 uur aan ballonvaarten uitgevoerd;
- b.
de vlucht wordt uitgevoerd zonder passagiers, tenzij er binnen één uur voor het begin van de daglichtperiode wordt gestart;
- c.
de minimum vlieghoogte bedraagt 600 meter (2000 voet) boven gemiddeld zeeniveau;
- d.
de vlucht wordt niet uitgevoerd in de Amsterdam CTA's, de Schiphol CTR, de Schiphol TMA's, de Rotterdam CTR en de Rotterdam TMA 1, bedoeld in de Regeling luchtverkeersdienstverlening;
- e.
tijdens de vlucht zijn de volgende, naar behorende functionerende, instrumenten, luchtvaartradiocommunicatie- en identificatieapparatuur aan boord:
- 1°
een drukhoogtemeter,
- 2°
een stijgsnelheidsmeter,
- 3°
een magnetisch kompas,
- 4°
twee VHF-zendontvanginstallaties waarmee voortdurend een tweezijdige radioverbinding kan worden onderhouden met de betrokken luchtverkeersleidingsdiensten op de frequenties zoals gepubliceerd in de luchtvaartgids,
- 5°
een SSR-transponder met de Mode S wordt gebruikt, ongeacht de classificatie van het luchtruim of de vlieghoogte,
- 6°
noodverlichting in de vorm van zaklantaarns;
- f.
ten minste twee uren vóór de aanvang van de vlucht wordt een vliegplan voorgelegd aan de supervisor van AOCS Nieuw Milligen, bedoeld in artikel 1 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening onder opgave van:
- 1°
het registratiekenmerk van de vrije ballon,
- 2°
de plaats van vertrek,
- 3°
de verwachte tijd van opstijging, en
- 4°
de maximum vlieghoogte;
- g.
ongeacht de plaats van opstijging wordt een vliegplan voor de vlucht met de vrije ballon ten minste twaalf uren voor de verwachte tijd van opstijging ingediend;
- h.
de voorbereiding van de vlucht met een vrije ballon is zodanig dat:
- 1°
gelet op de hoeveelheid brandstof tot minimaal één uur na aanvang van de daglichtperiode kan worden gevlogen,
- 2°
rekening houdend met een ruime wijziging van de windrichting en snelheid van de wind, er geen luchtverkeerleidingsgebieden zullen worden binnen gevlogen die niet zijn vermeld in het vliegplan,
- i.
het landen vindt uitsluitend plaats binnen de daglichtperiode;