V-N 2022/24.13
Lagere puntwaarde voor proceskostenvergoeding in BPM- en WOZ-zaken discriminatoir
HR 27-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:752, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 mei 2022
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Feteris, Fierstra, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/02977
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS649563:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑05‑2022
ECLI:NL:HR:2022:752, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X bv na bezwaar alleen een teruggave kan krijgen voor zover de combinatie van de door haar bij de aangifte gemaakte fouten ertoe heeft geleid dat zij per saldo te veel BPM heeft betaald. De uitbraak van Corona is in algemene zin geen bijzondere omstandigheid die de redelijke termijn verlengt.
Samenvatting
X bv doet BPM-aangifte voor onder meer een auto met schade, waarvoor € 4594 op aangifte wordt voldaan. Pas in beroep stelt X bv dat voor de Audi een extra leeftijdskorting moet worden toegepast. Rechtbank Gelderland verlaagt de verschuldigde BPM daarom tot € 4466. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.