Einde inhoudsopgave
Archiefregeling
Artikel 54a Relatieve luchtvochtigheid en temperatuur van archiefbewaarplaatsen
Geldend
Geldend vanaf 18-11-2010
- Bronpublicatie:
11-10-2010, Stcrt. 2010, 17967 (uitgifte: 17-11-2010, regelingnummer: WJZ/241730(8301))
- Inwerkingtreding
18-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-10-2010, Stcrt. 2010, 17967 (uitgifte: 17-11-2010, regelingnummer: WJZ/241730(8301))
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur voor archiefbewaarplaatsen bedragen:
- a.
50% R.V. +/- 5% onderscheidenlijk 18°C +/- 2°C voor bewaring van:
- 1°
papier;
- 2°
perkament;
- 3°
was;
- 4°
leer;
- 5°
textiel;
- 6°
hout;
- 7°
fotomateriaal op papier; of
- 8°
optische schijven;
- b.
35% R.V. +/- 5% onderscheidenlijk 13° C +/- 2°C voor de bewaring van zwart-wit negatiefmaterialen;
- c.
38% R.V.+/- 5% R.V. onderscheidenlijk –20°C +/- 2°C voor de bewaring van zwart-wit negatiefmaterialen van di- en triacetaat en nitraatfilm en kleurnegatiefmaterialen;
- d.
40% R.V.+/- 2% R.V. onderscheidenlijk 10°C +/- 2°C voor de bewaring van moederkopieën van tapes; of
- e.
40% R.V.+/- 2% R.V. onderscheidenlijk 18°C +/- 2°C voor de bewaring van werkkopieën van tapes.
2.
Bij tussentijdse verplaatsing van archiefbescheiden naar een andere ruimte wordt voorzien in acclimatisering van de archiefbescheiden, indien gerede kans bestaat dat schadelijke condensvorming op zal treden als gevolg van verandering van relatieve vochtigheid of temperatuur.