HR, 10-01-2017, nr. 16/00116
ECLI:NL:HR:2017:29, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10-01-2017
- Zaaknummer
16/00116
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2017:29, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2017; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1317, Gevolgd
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2015:5818, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
ECLI:NL:PHR:2016:1317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2016
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:29, Gevolgd
- Wetingang
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2017-0065
NbSr 2017/29
Uitspraak 10‑01‑2017
Inhoudsindicatie
Poging oplichting door listige kunstgrepen en het aannemen een valse hoedanigheid. Poging tot het doen verkopen van Rolex-horloges door het aanbieden van een valse creditcard door verdachte. Slagende bewijsmotiveringsklacht.
Partij(en)
10 januari 2017
Strafkamer
nr. S 16/00116
SG/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 24 juni 2015, nummer 23/005411-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak doch uitsluitend wat betreft het onder 1 bewezenverklaarde en de strafoplegging, en in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het Hof Amsterdam, opdat de zaak in hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt onder meer dat de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde niet uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:
"hij op 9 augustus 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een listige kunstgreep een medewerker van Gassan Schiphol te bewegen tot de afgifte van horloges van het merk Rolex, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk ter betaling een valse creditcard met nummer [0001] heeft aangeboden aan de medewerker van Gassan terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"BEWIJSMIDDELEN
Het hof neemt ten aanzien van de feiten 1 en 2 over de bewijsmiddelen in het vonnis van 21 november 2013 zoals deze zijn weergegeven onder '3.3 Redengevende feiten en omstandigheden' en opgenomen in de alinea die begint met:
"Op vrijdag 9 augustus 2013..." tot aan de zin die begint met "Uit nader onderzoek .." en uit de alinea die begint met de woorden:
"Verdachte heeft ter ..." de navolgende zin: "Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 9 augustus 2013 op Schiphol in de winkel Gassan is geweest." alsmede de zinssnede: "Hij (hof: de verdachte) verklaart tevens dat hij de creditcard met nummer [0001] al twee jaar in zijn bezit heeft..."
en in de voetnoten 2, 3 doch alleen voor zover daarin is opgenomen de kennisgeving van inbeslagneming, 4, 5, 6 en 8, die tezamen opleveren de redengevende feiten en omstandigheden, op grond waarvan het hof bewezen acht en de overtuiging heeft verkregen, dat de verdachte het onder 1 en 2 bewezen verklaarde heeft begaan."
2.2.3.
Het door het Hof slechts voor zover hierna gecursiveerd overgenomen vonnis van de Rechtbank houdt met betrekking tot het onder 1 en 2 bewezenverklaarde in:
"3.3. Redengevende feiten en omstandigheden (1)
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Op vrijdag 9 augustus 2013 wordt verdachte aangehouden op Schiphol naar aanleiding van de melding dat verdachte vermoedelijk met valse creditcards horloges van het merk Rolex wilde kopen in de winkel Gassan , gevestigd in de Terminal 2 Lounge airside, op Schiphol.(2) Bij verdachte worden meerdere creditcards aangetroffen, waaronder een creditcard met het nummer [0001] . (3) Het betreft een Visa creditcard met het opschrift "Capitol One" en de naam " [verdachte] ".(4) Voornoemde kaart betreft een nabootsing van een echte creditcard, want de kaart is geheel uitgevoerd in printtechniek terwijl een origineel exemplaar wordt uitgevoerd in druktechniek en voorts bevat de kaart een nagebootst hologram.(5)
Uit nader onderzoek blijkt dat verdachte op 26 juli 2013 met voornoemde valse creditcard heeft getracht om een tweetal horloges van het merk Rolex te kopen in de winkel Gassan op Schiphol. Deze verkoop is echter afgebroken. Verdachte zei tegen een medewerker van de winkel dat hij geld had gewonnen in het casino. Tegelijkertijd was verdachte aan het bellen met de creditcardmaatschappij. Verdachte gaf vervolgens te kennen dat het geld nog niet op zijn rekening was gestort en hij daardoor onvoldoende saldo had om de aankopen te laten doorgaan. Verdachte is daarna weggelopen.(6) Deze niet geaccepteerde verkooptransactie is (onder meer) gedaan met genoemde valse creditcard met het nummer [0001] .(7)
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 9 augustus 2013 op Schiphol in de winkel Gassan is geweest. Verdachte heeft ter terechtzitting eveneens verklaard dat hij op 26 juli 2013 op Schiphol is geweest en dat hij toen in voornoemde winkel interesse heeft getoond in horloges. Hij verklaart tevens dat hij de creditcard met nummer [0001] al twee jaar in zijn bezit heeft en er ook op 26 juli 2013 over beschikte.(8)
Voetnoten:
1. De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2. Proces-verbaal d.d. 11 augustus 2013, aanvullend dossier p. 03 en proces-verbaal van aanhouding d.d. 9 augustus 2013, dossier p. 12.
3. Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv.) en proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 augustus 2013, aanvullend p. 024-025.
4. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 augustus 2013, aanvullend dossier p. 043, en proces-verbaal in beslag genomen creditcards/pinbon d.d. 20 augustus 2013, aanvullend dossier p. 44-49.
5. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 augustus 2013, aanvullend dossier p. 043.
6. Proces-verbaal van aangifte namens Gassan door [betrokkene 1] d.d. 10 augustus 2013, dossier p. 25-27, en proces-verbaal van bevindingen telefonisch contact aangever [betrokkene 1] d.d. 21 augustus 2013 met bijlage, aanvullend dossier p. 66-68.
7. Proces-verbaal van bevindingen verstrekte gegevens ex. Art. 126 nd WvSv SIX Payment Services AG d.d. 2 oktober 2013, aanvullend dossier d.d. 3 oktober 2013, p. 2.
8. Verklaring verdachte afgelegd ter terechtzitting."
2.3.
Aangezien de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde niet zonder meer kan worden afgeleid uit de door het Hof gebezigde bewijsvoering, is de bestreden uitspraak in zoverre niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.4.
Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.
3. Beoordeling van het middel voor het overige
Het middel kan voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel in zoverre niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-presiden W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 januari 2017.
Conclusie 29‑11‑2016
Inhoudsindicatie
Poging oplichting door listige kunstgrepen en het aannemen een valse hoedanigheid. Poging tot het doen verkopen van Rolex-horloges door het aanbieden van een valse creditcard door verdachte. Slagende bewijsmotiveringsklacht.
Nr. 16/00116 Zitting: 29 november 2016 (bij vervroeging) | mr. P.C. Vegter Conclusie inzake: [verdachte] |
De verdachte is bij arrest van 24 juni 2015 door het hof Amsterdam wegens onder 1 “poging tot oplichting” en onder 2 “opzettelijk een valse pas als bedoeld in artikel 232, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat de pas bestemd is voor gebruik als ware deze echt en onvervalst”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden met aftrek van voorarrest zoals bedoeld in art. 27(a) Sr. Tevens heeft het hof de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van 76 (zesenzeventig) dagen gelast zoals bij vonnis van de meervoudige kamer te Amsterdam van 8 november 2012 aan verdachte is opgelegd.
Namens de verdachte heeft mr. J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, één middel van cassatie voorgesteld. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsmiddelen kan volgen.
Ten laste van verdachte is bewezenverklaard dat:
“feit 1:
hij op 9 augustus 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een listige kunstgreep een medewerker van Gassan Schiphol te bewegen tot de afgifte van horloges van het merk Rolex, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk ter betaling een valse creditcard met nummer [0001] heeft aangeboden aan de medewerker van Gassan terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid:
feit 2:
hij op 9 augustus 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk een valse betaalpas, te weten een Visacard met daarop vermeld nummer [0001] en de naam [verdachte] en Capital One, bestemd voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg, voorhanden heeft gehad, zulks terwijl hij, verdachte, wist dat die pas bestemd was voor gebruik als ware deze echt en onvervalst.”
4. Het hof heeft in een aanvulling verkort arrest onder het kopje ‘bewijsmiddelen’ ten aanzien van de bewezenverklaring het volgende overwogen:
“Het hof neemt ten aanzien van de feiten 1 en 2 over de bewijsmiddelen in het vonnis van 21 november 2013 zoals deze zijn weergegeven onder '3.3 Redengevende feiten en omstandigheden' en opgenomen in de alinea die begint met:
"Op vrijdag 9 augustus 2013..." tot aan de zin die begint met "Uit nader onderzoek.." en uit de alinea die begint met de woorden:
"Verdachte heeft ter..." de navolgende zin: “Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 9 augustus 2013 op Schiphol in de winkel Gassan is geweest.”, alsmede de zinssnede: "Hij (hof: de verdachte) verklaart tevens dat hij de creditcard met nummer [0001] al twee jaar in zijn bezit heeft " en in de voetnoten 2, 3 doch alleen voor zover daarin is opgenomen de kennisgeving van inbeslagneming, 4, 5, 6 en 8 die tezamen opleveren de redengevende feiten en omstandigheden, op grond waarvan het hof bewezen acht en de overtuiging heeft verkregen, dat de verdachte het onder 1 en 2 bewezen verklaarde heeft begaan.”
5. Ingevolge deze aanvulling op het verkorte arrest van het hof, houdt de bewijsoverweging van het hof – zonder verwijzing naar voetnoten – nu het volgende in:
Op vrijdag 9 augustus 2013 wordt verdachte aangehouden op Schiphol naar aanleiding van de melding dat verdachte vermoedelijk met valse creditcards horloges van het merk Rolex wilde kopen in de winkel Gassan, gevestigd in de Terminal 2 Lounge airside, op Schiphol. Bij verdachte worden meerdere creditcards aan getroffen, waaronder een creditcard met het nummer [0001]. Het betreft een Visa creditcard met het opschrift “Capital One” en de naam “[verdachte]”. Voornoemde kaart betreft een nabootsing van een echte creditcard, want de kaart is geheel uitgevoerd in printtechniek terwijl een origineel exemplaar wordt uitgevoerd in druktechniek en voorts bevat de kaart een nagebootst hologram.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 9 augustus 2013 op Schiphol in de winkel Gassan is geweest. Hij verklaart tevens dat hij de creditcard met nummer [0001] al twee jaar in zijn bezit heeft.
6. Tijdens de zitting van 21 november 2013 van de rechtbank Noord-Holland heeft verdachte blijkens het proces-verbaal verklaard dat hij aan de winkelmedewerkster geen creditcard heeft overhandigd, maar haar alleen de kaart heeft getoond. Hij zegt dat hij de winkel is binnengelopen en gevraagd heeft of hij horloges kon bekijken. Hij vroeg of er buitenlandse kaarten werden geaccepteerd en toonde de Aquakaart. Vervolgens zei hij dat hij de bank wilde bellen om te kijken of de betaling voor de horloges rond was te krijgen. Hij denkt dat de horloges door de winkelmedewerkster zijn gescand en dat ze hem gevraagd heeft naar de boardingpass. Blijkens het proces-verbaal van de zitting van het hof van 10 juni 2015 alwaar verdachte niet is verschenen heeft de gemachtigde raadsman verklaard dat verdachte hetzelfde standpunt heeft als in eerste aanleg en dat hij ontkent zich te hebben schuldig gemaakt aan strafbare feiten. De vordering tenuitvoerlegging is echter volgens de raadsman de reden om de het hoger beroep voort te zetten.
7. De Promisredenering in het vonnis van de rechtbank is veel uitgebreider dan de passage waarnaar het hof heeft verwezen en die hierboven onder 5 is weergegeven. Het vonnis houdt onder meer in dat de verkoop van twee horloges is afgebroken, dat verdachte is weggelopen en dat de verkooptransactie met de valse creditcard niet is geaccepteerd. Niet uitgesloten is dat deze redenering van de rechtbank voldoende is voor poging tot oplichting. Voor mij is niet duidelijk waarom het hof de Promisredenering van de rechtbank niet volledig heeft overgenomen of indien het hof die redenering te kort door de bocht vond deze niet alsnog heeft aangevuld. In het licht van het standpunt van verdachte ter zitting van de rechtbank en hetgeen de raadsman daarover ter zitting van het hof heeft opgemerkt wordt dat alleen maar meer duister. Immers uit de verklaring ter zitting is op zijn minst af te leiden dat verdachte in de winkel was en doende was horloges te kopen. Opmerkelijk is vervolgens nog dat het hof de redenering van de rechtbank niet overneemt, maar wel een noot bij een deel van de bewijsconstructie van de rechtbank dat niet door het hof wordt overgenomen. Het gaat mij te ver zonder meer aan te nemen dat er sprake is van een kennelijke misslag en dat het hof heeft bedoeld het vonnis van de rechtbank voor wat betreft de bewijsconstructie van de feiten 1 en 2 volledig te bevestigen.
8. Nu de bewijsconstructie niet meer inhoudt dan hierboven onder 5 is vermeld, kan de slotsom geen andere zijn dan dat in ieder geval het bewezenverklaarde feit 1 daaruit niet zonder meer valt af te leiden. Immers leid ik uit hetgeen ik onder 5 heb vermeld, niet af dat bij verdachte een voornemen bestond, noch dat sprake was van een begin van uitvoering als gevolg waarvan een poging niet blijkt uit de bewijsconstructie van het hof. Het middel slaagt in zoverre. Voor feit 2 is de bewijsconstructie niet ontoereikend of onbegrijpelijk. In de toelichting op het middel lees ik geen specifiek op feit 2 toegesneden klacht.
9. Het middel slaagt.
10. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
11. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak doch uitsluitend wat betreft het onder 1 bewezenverklaarde en de strafoplegging, en in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het hof Amsterdam, opdat de zaak in hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG