RFR 2018/41
Echtscheidingsprocesrecht. Is de toewijzing van het huurrecht aan de man voldoende gemotiveerd?
HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3265
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00495
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS179969:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3265, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1253, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2017
- Wetingang
Art. 7:266 BW lid 5 BW; art. 81 RO; art. 827 lid 1 onder e Rv
Essentie
Echtscheidingsprocesrecht. Nevenvoorzieningen.
Is de toewijzing van het huurrecht aan de man voldoende gemotiveerd? Kan de beslissing tot toewijzing van het huurrecht uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard?
Samenvatting
De man en de vrouw zijn in 2009 met elkaar gehuwd. Zij hebben in deze procedure ieder afzonderlijk de rechtbank verzocht de echtscheiding tussen hen uit te spreken en nevenvoorzieningen te treffen. Daarbij heeft de man verzocht dat het huurrecht van de echtelijke woning aan hem zal toekomen. De vrouw heeft verzocht dat dit huurrecht aan haar zal worden toegewezen. De rechtbank heeft bij beschikking voorlopige voorzieningen voor de duur van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.