Einde inhoudsopgave
Wet melding collectief ontslag
Artikel 6a [Ontbinding om bedrijfseconomische redenen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
14-06-2014, Stb. 2014, 216 (uitgifte: 24-06-2014, kamerstukken: 33818)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2014, Stb. 2014, 274 (uitgifte: 17-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
1.
Een verzoek van de werkgever om de arbeidsovereenkomst met een werknemer om bedrijfseconomische redenen te ontbinden kan de rechter slechts inwilligen, indien hij zich ervan heeft vergewist of het verzoek verband houdt met een voorgenomen beëindiging als bedoeld in artikel 3, eerste lid, en zo ja, of bij het verzoekschrift een schriftelijke verklaring is gevoegd van:
- a.
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen waaruit blijkt dat aan de verplichting tot melding is voldaan; en
- b.
de werkgever waaruit blijkt dat de belanghebbende verenigingen van werknemers en de ondernemingsraad zijn geraadpleegd.
2.
Indien niet is voldaan aan de verplichting tot raadpleging, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan de rechter een verzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden slechts inwilligen, zo nodig met buiten toepassing laten van de termijn, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, indien de werkgever aannemelijk maakt dat de naleving van die verplichting de herplaatsing van de met ontslag bedreigde werknemers of de werkgelegenheid van de overige werknemers in de betrokken onderneming in gevaar zou brengen.