Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/1017 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2015
- Bronpublicatie:
25-06-2015, PbEU 2015, L 169 (uitgifte: 01-07-2015, regelingnummer: 2015/1017)
- Inwerkingtreding
04-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2015, PbEU 2015, L 169 (uitgifte: 01-07-2015, regelingnummer: 2015/1017)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 172 en 173, artikel 175, derde alinea, en artikel 182, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De economische en financiële crisis heeft tot een daling van de investeringen binnen de Unie geleid. Deze zijn met ongeveer 15 % afgenomen ten opzichte van het piekjaar 2007. De Unie heeft meer in het bijzonder te lijden van een gebrek aan investeringen als gevolg van de budgettaire beperkingen waarmee de lidstaten worden geconfronteerd en de trage groei, met onzekerheid op de markten ten aanzien van de economische toekomst tot gevolg. Dit gebrek aan investeringen, dat met name nijpend is in de lidstaten die het zwaarst door de crisis zijn getroffen, heeft een rem gezet op het economisch herstel en heeft negatieve gevolgen voor de werkgelegenheidsschepping, de groeivooruitzichten op lange termijn en het concurrentievermogen, hetgeen er mogelijk toe leidt dat de doelstellingen en streefdoelen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei niet worden verwezenlijkt. De aantrekkelijkheid van investeringen in Europa en in de infrastructuur van een moderne kenniseconomie moet worden vergroot.
- (2)
Er is dan ook een krachtdadig optreden vereist om de vicieuze cirkel te doorbreken die door het gebrek aan investeringen en de toenemende ongelijkheid tussen regio's is ontstaan, en om het vertrouwen in de economie van de Unie te vergroten; tegelijkertijd zouden prikkels om een investeringsbevorderend klimaat in de lidstaten te creëren economisch herstel kunnen stimuleren. Samen met een nieuwe impuls aan de investeringsfinanciering vormen structurele hervormingen die doeltreffend en economisch en sociaal duurzaam zijn, en budgettaire verantwoordelijkheid een manier om een opwaartse spiraal tot stand te brengen, waarbij investeringsprojecten de werkgelegenheid en de vraag helpen ondersteunen en tot een duurzame vermindering van de outputgap evenals een toename van het groeipotentieel leiden. Een Europees Fonds voor strategische investeringen (‘EFSI’), versterkt door bijdragen van de lidstaten, moet een aanvulling vormen op een algemene strategie voor de verbetering van het concurrentievermogen van de Unie en het aantrekken van investeringen.
- (3)
Met het oog op een maximaal effect van het EFSI op de werkgelegenheid moeten de lidstaten doorgaan met structurele hervormingen die doeltreffend en economisch en sociaal duurzaam zijn, alsook met andere initiatieven, zoals opleidingsprogramma's en actieve arbeidsmarktmaatregelen, zorgen voor de voorwaarden voor het scheppen van kwalitatief hoogwaardige, duurzame banen, en investeren in gerichte sociale beleidsmaatregelen overeenkomstig het pakket sociale investeringen van 2013. Daarnaast moeten de lidstaten bijkomende activiteiten ontplooien, zoals opleidingsprogramma's op maat om de vaardigheden van werknemers aan te passen aan de behoeften van sectoren die EFSI-steun ontvangen, zakelijke dienstverlening die is toegesneden op ondernemingen als voorbereiding op uitbreiding en het scheppen van meer banen, alsmede steun voor startende ondernemingen en zelfstandigen.
- (4)
Met het Global Infrastructure Initiative heeft de G20 erkend dat investeringen belangrijk zijn om de vraag te stimuleren en de productiviteit en de groei naar een hoger peil te tillen, en zichzelf er tevens toe verbonden een klimaat te scheppen dat het doen van meer investeringen in de hand werkt.
- (5)
Tijdens de economische en financiële crisis heeft de Unie inspanningen geleverd om de groei te bevorderen, met name door middel van initiatieven in het kader van de Europa 2020-strategie, een plan van aanpak om tot een slimme, duurzame en inclusieve groei te komen, en door middel van het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid. Ook de Europese Investeringsbank (‘EIB’) heeft haar rol als initiator en aanjager van investeringen binnen de Unie versterkt, onder meer door in januari 2013 tot een kapitaalverhoging over te gaan. Er moet verdere actie worden ondernomen om ervoor te zorgen dat op adequate wijze aan de investerings- en macro-economische behoeften van de Unie wordt voldaan, dat de op de markt beschikbare liquiditeit efficiënt wordt aangewend en dat de kanalisering van deze liquiditeit naar de financiering van levensvatbare investeringsprojecten wordt aangemoedigd.
- (6)
Op 15 juli 2014 heeft de toenmalige verkozen voorzitter van de Commissie politieke beleidslijnen voor de volgende Commissie in het Europees Parlement gepresenteerd. In die politieke beleidslijnen werd opgeroepen om de komende drie jaar tot 300 miljard EUR extra aan publieke en private investeringen voor de reële economie beschikbaar te maken met de bedoeling investeringen te stimuleren en zo banen te scheppen.
- (7)
Op 26 november 2014 heeft de Commissie een mededeling met als titel ‘Een investeringsplan voor Europa’ (‘investeringsplan’) gepresenteerd, waarin werd gepleit voor het opzetten van het EFSI, de totstandbrenging van een transparant portaal van investeringsprojecten op Unieniveau (‘Europees investeringsprojectenportaal’) en een investeringsadvieshub (‘Europese investeringsadvieshub’) en nadruk werd gelegd op een agenda om belemmeringen voor de investeringen weg te nemen en de interne markt te voltooien.
- (8)
Op 18 december 2014 heeft de Europese Raad geconcludeerd dat het stimuleren van investeringen in Europa en het aanpakken van marktfalen een belangrijke beleidsuitdaging is en dat de nieuwe focus op investeringen, in combinatie met de belofte van de lidstaten om vaart te zetten achter structurele hervormingen en groeivriendelijke begrotingsconsolidatie na te streven, de grondslag zal vormen voor groei en banen in Europa. De Europese Raad heeft erop aangedrongen dat in de EIB-groep een Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) wordt opgezet, dat 315 miljard EUR aan nieuwe investeringen moet genereren tussen 2015 en 2017, en de EIB-groep verzocht vanaf januari 2015 activiteiten te starten door aanwending van eigen middelen. De Europese Raad heeft tevens onderstreept dat het EFSI de lopende EU-programma's en traditionele activiteiten van de EIB zal vervolledigen en aanvullen.
- (9)
Op 13 januari 2015 heeft de Commissie een mededeling getiteld ‘Optimaal benutten van de flexibiliteit binnen de bestaande regels van het stabiliteits- en groeipact’ gepubliceerd, waarin zij nauwkeurig beschrijft hoe zij die regels zal toepassen.
- (10)
Op 24 juni 2015 heeft de Commissie verklaard dat onverminderd de bevoegdheden van de Raad met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het stabiliteits- en groeipact (SGP), eenmalige bijdragen van de lidstaten, ofwel van een lidstaat ofwel van nationale stimuleringsbanken die zijn ingedeeld bij de sector algemene overheid of die namens een lidstaat optreden, aan het EFSI of thematische of meerlandeninvesteringsplatformen die zijn opgezet voor de tenuitvoerlegging van het investeringsplan, in principe moeten worden beschouwd als eenmalige maatregelen, in de zin van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad (4) en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad (5).
- (11)
Het EFSI moet een onderdeel zijn van een alomvattende strategie die is ontworpen om de onzekerheid aan te pakken waarmee publieke en particuliere investeringen zijn omgeven en om het tekort aan investeringen in de Unie te verminderen. De strategie berust op drie pijlers: het beschikbaar maken van financiering voor investeringen, ervoor zorgen dat de investeringen de reële economie bereiken en verbeteren van het investeringsklimaat in de Unie. De strategie moet het concurrentievermogen en het economisch herstel bevorderen en een aanvulling vormen op de doelstelling van economische, sociale en territoriale cohesie in de hele Unie. Het EFSI moet worden gezien als een aanvulling op alle andere maatregelen die nodig zijn om het tekort aan investeringen in de Unie te verminderen en — door als een garantiefonds te fungeren — als een stimulans voor nieuwe investeringen.
- (12)
Het investeringsklimaat in de Unie moet worden verbeterd door investeringsbelemmeringen weg te nemen, waarbij moet worden gewaarborgd dat er geen sprake is van discriminatie op grond van het feit dat het beheer van de projecten privaat dan wel publiek is, de interne markt te versterken en de voorspelbaarheid van de regelgeving te vergroten. In haar mededeling getiteld ‘Het werkprogramma van de Commissie voor 2015: Een nieuwe start’, heeft de Commissie aangekondigd dat snoeien in de regelgeving, met behoud van een hoog niveau van sociale, gezondheids- en milieubescherming, en de keuzevrijheid van de consument, voor haar een beleidsprioriteit is en dat zij de regels zal herzien om ervoor te zorgen dat zij bijdragen aan de agenda voor groei en werkgelegenheid. De Commissie en de lidstaten moeten onverwijld met die taak beginnen. Die flankerende maatregelen zouden de werkzaamheden van het EFSI en de investeringen in de Unie in het algemeen ten goede moeten komen.
- (13)
Het EFSI moet ten doel hebben de moeilijkheden te helpen overwinnen bij de financiering en uitvoering van strategische, transformerende en productieve investeringen met een grote economische, ecologische en maatschappelijke meerwaarde die tot de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie bijdragen zoals deze omschreven in Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6), Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7), Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad (8) en Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad (9). Het EFSI moet streven naar een onmiddellijke stimulering van de economie van de Unie en naar het verbeteren van de toegang tot financiering en van het concurrentievermogen van ondernemingen en andere entiteiten, met een bijzonder accent op kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en kleine midcap-ondernemingen, teneinde in de Unie de werkloosheid te verminderen en de groei te bevorderen.
Het EFSI dient daarom strategische investeringen te ondersteunen zoals, onder meer, projecten van gemeenschappelijk belang waarmee gestreefd wordt naar voltooiing van de interne markt in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie-infrastructuur, met inbegrip van transport- en energie-interconnecties en digitale infrastructuur, naar stimulering van hernieuwbare energie en energie- en hulpbronnenefficiëntie, naar ontwikkeling en modernisering van de energiesector overeenkomstig de prioriteiten van de energie-unie, met inbegrip van de energievoorzieningszekerheid, en naar bevordering van de duurzame ontwikkeling van die sectoren, en benutting van de potentiële synergieën tussen die sectoren. Die investeringen dienen ook betrekking te hebben op projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van stedelijke ontwikkeling, plattelandsontwikkeling en sociale aangelegenheden en op het gebied van milieu en natuurlijke hulpbronnen, op projecten die de wetenschappelijke en technologische basis van de Unie versterken en voordelen voor de samenleving genereren, alsmede een betere benutting van het economisch en industrieel potentieel van beleidsmaatregelen op het gebied van innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling, met inbegrip van onderzoeksinfrastructuren en proef- en demonstratiefaciliteiten, bevorderen, alsook op projecten op het gebied van menselijk kapitaal, cultuur en gezondheid. Op de markt gebaseerde stimulansen en de door het EFSI geboden additionaliteit dienen ervoor te zorgen dat het EFSI zich richt op sociaal en economisch levensvatbare projecten zonder voorafgaande sectorale of regionale toewijzing, om met name in te spelen op hoge investeringsbehoeften of marktfalen aan te pakken.
Tegelijkertijd dient het EFSI in staat te zijn om ecologisch verantwoorde projecten te ondersteunen en industrieën en technologieën met een groot groeipotentieel ten goede te komen, en bij te dragen tot de overgang naar een groene, duurzame en hulpbronnenefficiënte economie. Het overwinnen van de investeringsproblemen waarmee de Unie momenteel te kampen heeft en het verkleinen van regionale verschillen, moeten bijdragen tot de versterking van haar concurrentievermogen, onderzoeks- en innovatiepotentieel, economische, sociale en territoriale cohesie, en tot de ondersteuning van een energie- en hulpbronnenefficiënte overgang, onder meer op het gebied van infrastructuur, naar een duurzame, circulaire economie op basis van hernieuwbare hulpbronnen, door stabiele en eerlijk betaalde banen te scheppen. Het EFSI moet zich richten op projecten van iedere omvang die het scheppen van kwalitatief hoogwaardige banen, duurzame groei op korte, middellange en lange termijn en het concurrentievermogen bevorderen, met name waar die projecten de hoogste incrementele waarde bieden, en aldus bijdragen tot de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie overeenkomstig artikel 9 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en artikel 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Met het oog op de verwezenlijking van de in deze verordening gestelde algemene doelstellingen, dient het EFSI bij te dragen tot de verwezenlijking van de in de artikelen 170, 173 en 179 VWEU en artikel 194, lid 1, VWEU genoemde doelstellingen.
- (14)
Het EFSI dient projecten te ondersteunen op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie. De investeringen waar in het kader van het EFSI steun aan wordt toegekend, moeten een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van bestaande programma's en beleidslijnen van de Unie alsook van de streefcijfers en doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Zij moeten de tenuitvoerlegging van de conclusies van de Europese Raad van 17 juni 2010 ondersteunen.
- (15)
Het EFSI dient projecten te ondersteunen voor de ontwikkeling van de energiesector. In haar mededeling getiteld ‘Een kaderstrategie voor een veerkrachtige energie-unie en een toekomstgericht klimaatbeleid’ heeft de Commissie het belang van energie-efficiëntie als een op zichzelf staande energiebron benadrukt en duidelijk gesteld dat het EFSI ‘het mogelijk kan maken om zeer grote investeringen voor de renovatie van gebouwen los te weken’. Van investeringen in energie-efficiëntie is bekend dat deze tegen 2020 tot wel twee miljoen nieuwe banen opleveren en mogelijk nog eens twee miljoen banen tegen 2030. Teneinde te waarborgen dat het EFSI zijn doel om particuliere investeringen te genereren, banen te scheppen, veerkrachtige economische ontwikkelingen te bevorderen en macro-economische onevenwichtigheden te verminderen kan bereiken, moet speciale aandacht worden besteed aan energie-efficiëntie. Het EFSI dient projecten te ondersteunen overeenkomstig de doelstellingen van de Unie inzake energie, klimaat en efficiëntie als vastgelegd in de Europa 2020-strategie en in het kader voor klimaat- en energiebeleid voor 2030, en die zijn gericht op verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.
- (16)
Het EFSI dient projecten te ondersteunen voor de ontwikkeling van vervoersinfrastructuur en vervoermaterieel en innovatieve technologieën voor vervoer. EFSI-steun voor vervoersinfrastructuur dient bij te dragen tot de doelstellingen van de Verordeningen (EU) nr. 1315/2013 en (EU) nr. 1316/2013 door nieuwe infrastructuur tot stand te brengen of te voorzien in ontbrekende infrastructuur, alsook door bestaande faciliteiten te moderniseren of te renoveren, en tegelijkertijd ook financiering van onderzoeks- en innovatieactiviteiten in die sector mogelijk te maken. Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar synergieprojecten die de verbindingen tussen vervoers-, telecommunicatie- en energiesectoren versterken, en tevens naar slimme en duurzame stadsvervoersprojecten.
- (17)
Het EFSI dient financiële steun te verstrekken aan entiteiten met maximaal 3 000 werknemers, met bijzondere aandacht voor kmo's en midcap-ondernemingen. Vooral kmo's moeten van de betere toegang tot financiering profiteren, waaronder financiering voor de oprichting van startende ondernemingen en academische spin-offs, ondernemingen in de sociale economie en non-profitorganisaties.
- (18)
Het EFSI dient projecten te steunen die gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van informatie- en communicatietechnologieën (ICT), met inbegrip van projecten van gemeenschappelijk belang die streven naar voltooiing van de interne markt op het gebied van telecommunicatie en digitale infrastructuur.
- (19)
Het EFSI dient projecten te ondersteunen op het gebied van milieu en hulpbronnenefficiëntie, met inbegrip van projecten op het gebied van natuurlijke hulpbronnen.
- (20)
Het EFSI dient projecten te ondersteunen op het gebied van menselijk kapitaal, cultuur en gezondheid, met inbegrip van projecten op het gebied van onderwijs, opleiding, de ontwikkeling van ICT-vaardigheden en digitaal onderwijs, evenals projecten in de culturele en creatieve sector, in het toerisme en op sociale terreinen. Bij investeringen op deze terreinen moet worden gezorgd voor een holistische benadering waarin terdege rekening wordt gehouden met de intrinsieke waarde van onderwijs en cultuur.
- (21)
Tal van kmo's en midcap-ondernemingen in de gehele Unie hebben behoefte aan bijstand om marktfinanciering te kunnen aantrekken, vooral als het investeringen betreft met een hoger risicogehalte. Het EFSI moet deze entiteiten helpen om een gebrek aan kapitaal, marktfalen en financiële versnippering die resulteren in een oneerlijk speelveld in de Unie, te boven te komen door de EIB en het Europees Investeringsfonds (EIF) en nationale stimuleringsbanken of -instellingen, investeringsplatformen of fondsen toe te staan zowel directe als indirecte injecties in eigen vermogen te geven, als garanties te verlenen voor de hoogwaardige securitisatie van leningen en andere producten die met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van het EFSI worden aangeboden.
- (22)
Het EFSI moet binnen de EIB worden opgezet. De werkzaamheden van het EFSI inzake de verschaffing van financiering aan kmo's, kleine midcap-ondernemingen en andere entiteiten dienen hoofdzakelijk via het Europees Investeringsfonds (‘EIF’) te worden uitgevoerd.
- (23)
Het EFSI dient een breed gamma van financiële producten, waaronder eigen vermogen, vreemd vermogen en garanties, te ondersteunen teneinde optimaal op de behoeften van een individueel project te kunnen inspelen. Een dergelijk breed productengamma moet het EFSI in staat stellen zich aan de marktbehoeften aan te passen en tegelijkertijd particuliere investeringen in projecten aan te moedigen. Het EFSI mag niet fungeren als substituut voor particuliere marktfinanciering of door nationale stimuleringsbanken of -instellingen verstrekte producten, maar moet in plaats daarvan als katalysator voor particuliere financiering dienst doen door marktfalen te verhelpen en er aldus voor te zorgen dat het overheidsgeld zo efficiënt en strategisch mogelijk wordt gebruikt; daarnaast dient het te fungeren als een instrument om de cohesie binnen de Unie verder te versterken.
- (24)
Teneinde de commerciële en economische voordelen van door de Unie medegefinancierde initiatieven beter te beschermen en te benutten, moet een in Horizon 2020 — het kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie 2014–2020, waarin Verordening (EU) nr. 1291/2013 voorziet — vastgestelde reeks regels inzake de benutting en verspreiding van projectresultaten, met inbegrip van bescherming ervan door middel van het intellectuele-eigendomsrecht, waar mogelijk, door de deelnemers aan EFSI-projecten worden geëerbiedigd.
- (25)
Het effect van het EFSI op de werkgelegenheid en, waar mogelijk, de kwaliteit ervan, dient stelselmatig te worden gemonitord door middel van een jaarlijkse evaluatie, op geaggregeerde basis, van de resultaten en het effect van financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB die in het kader van deze verordening worden ondersteund.
- (26)
Het EFSI dient te zorgen voor additionaliteit door te helpen marktfalen of suboptimale investeringssituaties aan te pakken en nieuwe verrichtingen te ondersteunen die zonder steun uit het EFSI niet of niet in dezelfde mate door de EIB of het EIF, of onder bestaande financiële instrumenten van de Unie, hadden kunnen worden uitgevoerd gedurende de periode waarin de garantie die op grond van deze verordening is ingesteld (EU-garantie) kan worden benut. Hiertoe dient het EFSI zich met name toe te leggen op projecten met een hoger risicoprofiel dan projecten die in het kader van de normale EIB-verrichtingen worden ondersteund.
- (27)
Het EFSI moet zich toespitsen op investeringen waarvan wordt verwacht dat zij economisch en technisch haalbaar zijn, hetgeen wordt bevestigd door een kosten-batenanalyse overeenkomstig de Unienormen. Tegelijkertijd moeten deze investeringen aan de specifieke vereisten voor EFSI-financiering voldoen.
- (28)
Het EFSI dient zich te richten op investeringen met een passend risico dat doorgaans groter is dan dat van normale EIB-verrichtingen, en die tegelijkertijd consistent zijn met het Uniebeleid, inclusief de doelstelling van slimme, duurzame en inclusieve groei, het scheppen van hoogwaardige banen en economische, sociale en territoriale cohesie, en voldoen aan de specifieke vereisten voor EFSI-financiering.
- (29)
Het EFSI dient te worden voorzien van een passende governancestructuur, waarvan de functie evenredig moet zijn met diens enige doel, namelijk het zeker stellen van een passend gebruik van de EU-garantie. Die governancestructuur dient te bestaan uit een bestuur, een algemeen directeur en een investeringscomité. Het mag niet raken aan of interfereren met de besluitvorming van de EIB, of een substituut zijn van de bestuursorganen van laatstgenoemde instelling. Het bestuur dient in het bijzonder de strategische oriëntaties van het EFSI te bepalen evenals de noodzakelijke regels voor de werking ervan. De algemeen directeur dient verantwoordelijk te zijn voor het dagelijks bestuur van het EFSI en de voorbereidende werkzaamheden voor de vergaderingen van het investeringscomité te verrichten.
- (30)
Het investeringscomité moet op transparante en onafhankelijke wijze besluiten nemen over het gebruik van de EU-garantie voor potentiële projecten en voor de verrichtingen met nationale stimuleringsbanken of -instellingen dan wel investeringsplatformen. Het investeringscomité moet zijn samengesteld uit acht onafhankelijke deskundigen die over een breed spectrum aan deskundigheid beschikken als uiteengezet in deze verordening en uit de algemeen directeur. Het investeringscomité moet verantwoording verschuldigd zijn aan het bestuur van het EFSI, dat toezicht moet uitoefenen op de verwezenlijking van de doelstellingen van het EFSI en op continue basis moet monitoren of de leden van het investeringscomité aan de verplichtingen uit hoofde van deze verordening voldoen.
- (31)
Teneinde het EFSI in staat te stellen investeringen te ondersteunen, dient de Unie te voorzien in een EU-garantie die op geen enkel moment een bedrag van 16 000 000 000 EUR mag overschrijden. Wanneer de garantiedekking op portefeuillebasis wordt verleend, moet deze naargelang het type instrument (vreemd vermogen, eigen vermogen of garantie) worden begrensd op een percentage van de omvang van de portefeuille uitstaande verplichtingen. Aangenomen wordt dat als de EU-garantie wordt gecombineerd met een door de EIB te verstrekken bedrag van 5 000 000 000 EUR, de EFSI-steun een bedrag van 60 800 000 000 EUR aan extra investeringen door de EIB en het EIF zou moeten genereren. Dit door het EFSI ondersteunde bedrag van 60 800 000 000 EUR zal binnen drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening naar verwachting in totaal 315 000 000 000 EUR aan extra investeringen in de Unie genereren. Het is wenselijk dat de lidstaten deelnemen aan de tenuitvoerlegging van het investeringsplan teneinde het effect ervan te vergroten. Garanties die verband houden met projecten die zijn voltooid zonder dat een beroep op de garantie is gedaan, dienen beschikbaar te zijn voor de ondersteuning van nieuwe verrichtingen.
- (32)
Binnen drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening dient de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor te leggen met een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van deze verordening. In dit verslag dient te worden gespecificeerd of het EFSI zijn doelstellingen bereikt en of een specifieke regeling ter ondersteuning van investeringen in de Unie gerechtvaardigd is. Het verslag dient met name een beoordeling te bevatten van de verwezenlijking van de in deze verordening vastgelegde algemene doelstellingen, het beschikbaar maken van particulier kapitaal, evenals een beoordeling van de door het EFSI geboden additionaliteit, van het risicoprofiel van door het EFSI ondersteunde verrichtingen en van het macro-economisch effect van het EFSI, met inbegrip van diens effect op groei en werkgelegenheid. Indien in het verslag wordt geconcludeerd dat handhaving van een regeling ter ondersteuning van investeringen gerechtvaardigd is, dient de Commissie, in voorkomend geval, een voorstel voor te leggen aan het Europees Parlement en aan de Raad tot wijziging van deze verordening, in het bijzonder teneinde te zorgen voor een nieuwe investeringsperiode vast te stellen en voortzetting van de investeringen en passende financiering ervan. Indien in het verslag wordt geconcludeerd dat het EFSI zijn doelstellingen niet bereikt en dat handhaving van een regeling ter ondersteuning van investeringen niet is gerechtvaardigd, dient de Commissie, indien van toepassing, een voorstel in te dienen om te zorgen voor een soepele beëindiging van het EFSI, waarbij de EU-garantie voor verrichtingen die in het kader van deze verordening reeds zijn goedgekeurd, blijft gehandhaafd.
- (33)
De EIB financiert EFSI-verrichtingen via de uitgifte van effecten op de markt. De Europese Centrale Bank heeft haar besluit medegedeeld om EIB-obligaties op te nemen in de lijst van obligaties die voor aankoop in aanmerking komen in het kader van zijn aankoopprogramma voor de overheidssector (PSPP).
- (34)
Om het oorspronkelijke streefbedrag van 315 000 000 000 EUR zo snel mogelijk te bereiken, dienen de nationale stimuleringsbanken of -instellingen en investeringsplatformen en fondsen met de steun van de EU-garantie een belangrijke rol te spelen bij het in kaart brengen van haalbare projecten, het ontwikkelen en, waar passend, bundelen van projecten, en het aantrekken van mogelijke investeerders. In dat verband dient het mogelijk te zijn om platformen met meerdere landen op te zetten teneinde grensoverschrijdende projecten of een groep van projecten in verschillende lidstaten te bevorderen.
- (35)
Investeringsplatformen kunnen, in voorkomend geval, mede-investeerders, overheidsinstanties, deskundigen, onderwijs-, opleidings- en onderzoeksinstellingen, de betrokken sociale partners en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, en andere relevante actoren op Unie-, nationaal en regionaal niveau bij elkaar brengen.
- (36)
Om een verdere verhoging van de EFSI-middelen mogelijk te maken, moet de deelname aan het EFSI openstaan voor derden, inclusief lidstaten. Andere derden zoals regionale overheden, nationale stimuleringsbanken of -instellingen, regionale banken of overheidsagentschappen die eigendom zijn of onder de zeggenschap staan van lidstaten, entiteiten uit de particuliere sector en entiteiten buiten de Unie moeten eveneens rechtstreeks aan het EFSI kunnen bijdragen, mits het bestuur daarmee instemt. Deelname van een derde aan het EFSI mag voor die derde geen lidmaatschap van het bestuur of enig ander recht betreffende de governancestructuur van het EFSI met zich meebrengen.
- (37)
Deze verordening mag niet beletten dat entiteiten die projecten binnen de Unie beheren samenwerkingsverbanden met partners in derde landen tot stand brengen of versterken.
- (38)
Het EFSI moet ook over de mogelijkheid beschikken om particuliere fondsstructuren te ondersteunen, zoals Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (European long-term investment funds — ELTIF's). ELTIF's die voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad (10) richten zich op langetermijnactivaklassen, waardoor zij een rol kunnen spelen als aanvullend vehikel voor publieke of privaat-publieke investeringen in de bredere economie. Op grond van hun investeringsbeleid kunnen ELTIF's de hun toebedeelde rol van prioritair instrument voor het verwezenlijken van het investeringsplan vervullen. De Commissie moet prioriteit toekennen aan haar procedures voor het verwerken van alle aanvragen van ELTIF's voor financiering van de EIB, en deze procedures stroomlijnen.
- (39)
Derden moeten samen met het EFSI projecten kunnen medefinancieren, ofwel op projectbasis ofwel via investeringsplatformen.
- (40)
Teneinde op zowel nationaal als regionaal niveau investeringen te genereren, moet de EIB, met een tegengarantie van de EU-garantie, een garantie kunnen verlenen aan nationale en regionale stimuleringsbanken of -instellingen, investeringsplatformen of fondsen, in voorkomend geval met het oog op kapitaalondersteuning. Dergelijke verrichtingen moeten als EFSI-verrichtingen worden beschouwd.
- (41)
In het licht van het algemene doel om te zorgen voor een gunstig regelgevingsklimaat voor investeringen en gezien het feit dat infrastructuuractiva een goede staat van dienst hebben inzake wanbetalings- en invorderingspercentages en dat infrastructuurprojectfinanciering kan worden gezien als een manier voor institutionele beleggers om hun activaportefeuilles te diversifiëren, dient de behandeling van infrastructuurinvesteringen, zoals momenteel vastgelegd in de desbetreffende prudentiële wetgeving van de Unie, opnieuw te worden bekeken.
- (42)
Het EFSI dient lopende regionale, nationale en Unieprogramma's evenals traditionele verrichtingen en activiteiten van de EIB te vervolledigen en aan te vullen. In dat verband moet de volledige benutting van alle bestaande en toegewezen Uniemiddelen worden aangemoedigd overeenkomstig de bestaande regels. Op voorwaarde dat aan alle toepasselijke selectiecriteria is voldaan, moeten de lidstaten gebruik kunnen maken van elke vorm van Uniefinanciering om bij te dragen aan de financiering van in aanmerking komende projecten die met de EU-garantie worden ondersteund, alsook om nationale stimuleringsbanken of -instellingen, investeringsplatformen of fondsen te ondersteunen. De flexibiliteit van dergelijke aanpak moet ervoor zorgen dat de investeringsterreinen waarop het EFSI zich richt, zoveel mogelijk investeerders aantrekken.
- (43)
Lidstaten moeten gebruik kunnen maken van Europese structuur- en investeringsfondsen om bij te dragen aan de financiering van in aanmerking komende projecten die met de EU-garantie worden ondersteund, in overeenstemming met de doelstellingen, beginselen en regels van het rechtskader dat op deze fondsen van toepassing is, en met name Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (11), en met de partnerschapsovereenkomsten. De Commissie moet richtsnoeren kunnen bieden om ervoor te zorgen dat het gecombineerde gebruik van Unie-instrumenten en EIB-financiering met de EU-garantie een passend niveau van complementariteit en synergie bewerkstelligt.
- (44)
Aangezien een optreden binnen de Unie dringend geboden is, kunnen de EIB en het EIF in de loop van 2015 en tot de inwerkingtreding van deze verordening, de sluiting van de EFSI-overeenkomst en de eerste benoemingen van alle leden van het investeringscomité en van de algemeen directeur, extra projecten hebben gefinancierd die buiten hun gewone profiel vallen. Opdat de maatregelen waarin deze verordening voorziet zoveel mogelijk voordeel opleveren, moet het mogelijk zijn dergelijke extra projecten onder de EU-garantiedekking te doen vallen indien zij aan de materiële criteria van deze verordening voldoen.
- (45)
De door het EFSI ondersteunde financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB dienen te worden beheerd in overeenstemming met de eigen regels en procedures van de EIB, welke onder meer in passende controlemaatregelen en maatregelen ter voorkoming van belastingontwijking voorzien, alsook conform de relevante regels en procedures in verband met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de Rekenkamer, met inbegrip van het tripartiete akkoord tussen de Europese Commissie, de Europese Rekenkamer en de Europese Investeringsbank van 27 oktober 2003.
- (46)
Overwegende dat de controlewerkzaamheden van de Rekenkamer een belangrijke basis vormen voor de kwijtingsprocedure van artikel 319 VWEU, dienen de controlerechten van de Rekenkamer als vastgelegd in artikel 287 VWEU bij de toepassing van deze verordening volledig te worden geëerbiedigd.
- (47)
De EIB moet de door het EFSI ondersteunde verrichtingen op gezette tijden evalueren en hiervan verslag doen om de relevantie, het resultaat en het effect ervan te beoordelen, met inbegrip van de additionaliteit en toegevoegde waarde ervan, alsook om na te gaan op welke punten de activiteiten in de toekomst kunnen worden verbeterd. Die evaluaties en verslagen moeten openbaar worden gemaakt en een bijdrage leveren aan het afleggen van verantwoording en aan een duurzaamheidsanalyse.
- (48)
Bij het toepassen van de investeringsrichtsnoeren en andere relevante regels uit hoofde van deze verordening, dient het investeringscomité volledig rekening te houden met de noodzaak om iedere vorm van discriminatie te voorkomen, in het bijzonder wat betreft de toegankelijkheid voor personen met een handicap. Het investeringscomité moet in het bijzonder rekening houden met gendergelijkheid en gendermainstreaming.
- (49)
Parallel met de financierings- en investeringsverrichtingen die via het EFSI zullen worden uitgevoerd, moet een Europese investeringsadvieshub (‘EIAH’) worden opgericht. De EIAH moet sterkere steun voor projectontwikkeling en -voorbereiding in de gehele Unie bieden door voort te bouwen op de deskundigheid van de Commissie, de EIB, nationale stimuleringsbanken of -instellingen en de beheersautoriteiten van de Europese structuur- en investeringsfondsen. Er dient één enkel aanspreekpunt voor vragen in verband met technische bijstand voor investeringen binnen de Unie te worden opgezet, en de technische bijstand die op lokaal niveau aan projectontwikkelaars wordt geboden, dient te worden verbeterd. De nieuwe diensten die door de EIAH worden verleend, vormen een aanvulling op die welke reeds uit hoofde van andere Unieprogramma's worden verleend, en laten het niveau van de in het kader van die programma's verleende ondersteuning dus onverlet. Die aanvullende diensten moeten toereikend worden gefinancierd. De EIAH moet gratis deskundigheid verstrekken aan publieke projectontwikkelaars teneinde in de gehele Unie te zorgen voor eerlijke toegang tot EFSI-financiering. Waar mogelijk dient de EIAH nauw samen te werken met soortgelijke structuren op nationaal, regionaal of sub-nationaal niveau. De tarieven die bij kmo's in rekening worden gebracht voor de technische bijstand die de EIAH in aanvulling op bestaande Unieprogramma's verstrekt, moeten worden beperkt tot een derde van de kosten ervan. De EIB dient het Europees Parlement, de Raad en de Commissie uiterlijk op 1 september 2016 en vervolgens elk jaar tevens een verslag te doen toekomen over de door de EIAH ontvangen vergoedingen en geleverde diensten, zodat een effectieve beoordeling van de financieringsbehoeften kan worden gemaakt, binnen de grenzen van het jaarlijkse maximum van 20 000 000 EUR.
- (50)
De EIAH dient in het bijzonder voort te bouwen op goede praktijken in bestaande programma's, zoals ELENA (European Local ENergy Assistance — Europese plaatselijke bijstand op energiegebied), het EEEF (European Energy Efficiency Fund — Europees Fonds voor energie-efficiëntie), Jeremie (Joint European Resources for Micro to Medium Entreprises — Gezamenlijke Europese middelen voor micro- tot middelgrote ondernemingen), het Jaspers-programma (Joint Assistance to Support Projects in European Regions — Gezamenlijke Ondersteuning van projecten in de Europese regio's), Jessica (Joint European Support for Sustainable Investment in City Areas — Gezamenlijke Europese steun voor duurzame investeringen in stedelijke gebieden) en Jasmine (Joint Action to Support Micro-finance Institutions in Europe — Gezamenlijke Actie ter ondersteuning van de ontwikkeling van instellingen voor microfinanciering in Europa).
- (51)
Er moet een garantiefonds (‘garantiefonds’) worden ingesteld voor de dekking van de risico's die aan de EU-garantie voor de EIB verbonden zijn. Het garantiefonds moet worden gevormd door een geleidelijke overmaking van middelen uit de algemene begroting van de Unie. Later moeten ook de inkomsten uit projecten die door het EFSI worden ondersteund, alsook ingevorderde bedragen van in gebreke gebleven debiteuren waarvoor het garantiefonds reeds een aan de EIB verleende garantie heeft gehonoreerd, aan het garantiefonds worden toegewezen. Eventuele overschotten in het garantiefonds als gevolg van een aanpassing van het streefbedrag of van vergoedingen die het streefbedrag overschrijden na een volledige aanvulling van de EU-garantie tot het aanvankelijke bedrag van 16 000 000 000 EUR, dienen als interne bestemmingsontvangsten te worden teruggestort in de algemene begroting van de Unie, teneinde begrotingslijnen aan te vullen die wellicht zijn gebruikt als bron van herschikking naar het garantiefonds.
- (52)
Het garantiefonds is bedoeld als liquiditeitsbuffer voor de algemene begroting van de Unie tegen door het EFSI geleden verliezen bij het nastreven van zijn doelstellingen. De ervaring die reeds is opgedaan met het type investeringen dat door het EFSI zou worden ondersteund, heeft geleerd dat er een ratio van 50 % moet zijn tussen de hoeveelheid middelen in het garantiefonds en de totale garantieverplichtingen van de EU.
- (53)
Alle betalingen aan het garantiefonds en anderszins met de werking van het EFSI verband houdende begrotingsbesluiten dienen volledig in overeenstemming te zijn met de bepalingen van het meerjarig financieel kader en te zijn goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad via de jaarlijkse begrotingsprocedure.
- (54)
Om de bijdrage gedeeltelijk uit de algemene begroting van de Unie te financieren, dienen de beschikbare middelen voor Horizon 2020 en voor de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility), waarin Verordening (EU) nr. 1316/2013 voorziet, te worden verlaagd.
- (55)
Binnen de Unie is er een aanzienlijk aantal uit economisch en technisch oogpunt potentieel levensvatbare projecten die niet worden gefinancierd omdat er met betrekking tot deze projecten sprake is van onzekerheid en een gebrek aan transparantie. Vaak komt dat doordat particuliere investeerders niet van de projecten op de hoogte zijn of over onvoldoende informatie beschikken om de daaraan verbonden investeringsrisico's, met inbegrip van regelgevingsrisico's, in te schatten. De Commissie dient, met steun van de EIB, de totstandbrenging te bevorderen van een transparant portaal van lopende en potentiële toekomstige projecten in de Unie die geschikt zijn om in te investeren (‘Europees investeringsprojectenportaal’ — ‘EIPP’). Het EIPP moet garanderen dat informatie over investeringsprojecten op regelmatige en gestructureerde basis openbaar wordt gemaakt, en er aldus voor zorgen dat investeerders toegang hebben tot transparante en betrouwbare informatie waarbij terdege rekening wordt gehouden met de bescherming van bedrijfsgeheimen.
- (56)
De lidstaten dienen in staat te zijn om, in samenwerking met regionale en lokale autoriteiten, bij te dragen aan de totstandbrenging en het beheer van het EIPP door, onder andere, informatie over investeringsprojecten op hun grondgebied te verstrekken aan de Commissie. Voorafgaand aan de totstandbrenging van het EIPP dient de Commissie, in samenwerking met de EIB, passend overleg met lidstaten, deskundigen en belanghebbenden te voeren over de beginselen en richtsnoeren voor de opneming van projecten in het EIPP, met inbegrip van mechanismen waarmee de bekendmaking van projecten die de nationale veiligheid kunnen bedreigen, wordt verhinderd, en over het model voor de bekendmaking van informatie over individuele projecten.
- (57)
Het EIPP moet projecten in de gehele Unie omvatten en dient ertoe deze zichtbaar te maken voor investeerders en ter informatie. Hieronder moeten projecten kunnen vallen die volledig kunnen worden gefinancierd door de particuliere sector of met de steun van andere instrumenten die op Unie- of nationaal niveau worden verstrekt. De opneming van een project in het EIPP mag financiële overheidssteun op Unie- of nationaal niveau impliceren noch uitsluiten.
- (58)
Opdat verantwoording aan de Europese burgers wordt afgelegd, moet de EIB op gezette tijden verslag aan het Europees Parlement en de Raad uitbrengen over de voortgang, het effect en de verrichtingen van het EFSI, in het bijzonder wat betreft de additionaliteit van de verrichtingen die in het kader van het EFSI zijn uitgevoerd in vergelijking met de normale verrichtingen van de EIB, met inbegrip van speciale activiteiten. Op verzoek van het Europees Parlement dienen de voorzitter van het bestuur en de algemeen directeur deel te nemen aan hoorzittingen en vragen binnen een vaste termijn te beantwoorden. De Commissie dient regelmatig verslag uit te brengen over de toestand van het garantiefonds.
- (59)
Teneinde een snelle en flexibele aanpassing van niet-essentiële elementen van de in bijlage II van deze verordening vastgelegde investeringsrichtsnoeren aan de marktomstandigheden en het investeringsklimaat in de Unie of delen ervan mogelijk te maken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging van de desbetreffende delen van die investeringsrichtsnoeren zonder enig onderdeel van die richtsnoeren volledig te schrappen. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de totstandbrenging van een scorebord van indicatoren dat door het investeringscomité kan worden gebruikt om een onafhankelijke en transparante beoordeling van het mogelijke en daadwerkelijke gebruik van de EU-garantie te waarborgen. Gezien het unieke karakter van het EFSI en de centrale rol van de EIB bij de opzet ervan, is het passend dat de Commissie nauw overleg met de EIB nastreeft in het kader van de vaststelling van het scorebord en van eventuele wijzigingen van de investeringsrichtsnoeren en het scorebord. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.
- (60)
De unieke kenmerken van het EFSI vergen buitengewone inspanningen met het oog op de inwerkingtreding van de gedelegeerde handeling waarmee het scorebord voor de eerste maal tot stand wordt gebracht. Tegelijkertijd dient de doeltreffendheid van het recht op bezwaar van het Europees Parlement en de Raad, als vastgelegd in deze verordening overeenkomstig artikel 290, lid 2, VWEU, te worden gewaarborgd. Derhalve dient de bezwaartermijn voor de gedelegeerde handeling waarmee het scorebord voor het eerst tot stand wordt gebracht, bij uitzondering drie weken te bedragen, waarbij deze termijn op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie weken kan worden verlengd. De Commissie dient voor wat betreft de datum van indiening van die gedelegeerde handeling rekening te houden met deze bezwaartermijn, alsook met de procedures in het Europees Parlement en de Raad.
- (61)
Hoewel de prijsstellingsbeginselen van de EIB gevolgd moeten worden, dient bij de prijsniveaus voor EFSI-verrichtingen terdege rekening te worden gehouden met marktfalen en lacunes in de markt en met de noodzaak om extra investeringen te stimuleren. De EFSI-opbrengsten die aan de EU-garantie worden toegeschreven dienen bij te dragen aan de ondersteuning van de EU-garantie vanuit de begroting.
- (62)
De Commissie en de EIB dienen een overeenkomst te sluiten waarin de voorwaarden voor hun beheer van het EFSI, zoals opgenomen in deze verordening, nader worden bepaald. Die overeenkomst dient de bevoegdheden van de Uniewetgever, van de begrotingsautoriteit of van de EIB, zoals neergelegd in de Verdragen, onverlet te laten, en dient derhalve beperkt te zijn tot elementen die voornamelijk van technische en administratieve aard zijn en die niet essentieel, maar wel nodig zijn voor de doeltreffende tenuitvoerlegging van het EFSI.
- (63)
Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het ondersteunen van investeringen in de Unie en het bieden van een betere toegang tot financiering aan entiteiten, niet voldoende, wat de financiële beperkingen voor investeringen betreft, door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt wegens hun uiteenlopende budgettaire manoeuvreerruimte ten aanzien van de financiering van investeringen, maar vanwege de omvang en de gevolgen daarvan beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
Advies van 19 maart 2015 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).
PB C 195 van 12.6.2015, blz. 41.
Standpunt van het Europees Parlement van 24 juni 2015 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 25 juni 2015.
Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6).
Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014–2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014–2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende EU-richtsnoeren voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).
Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 98).
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).