Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849
Artikel 26 Bewaren van informatie
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Bronpublicatie:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1113)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1113)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Informatie over de betaler en de begunstigde of over de initiator en de begunstigde mag niet langer worden bewaard dan strikt noodzakelijk. De betalingsdienstaanbieders van de betaler en van de begunstigde bewaren de in de artikelen 4 tot en met 7 bedoelde informatie gedurende vijf jaar; de aanbieders van cryptoactivadiensten van de initiator en de begunstigde bewaren de in de artikelen 14 tot en met 16 bedoelde informatie gedurende een periode van vijf jaar.
2.
Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde bewaartermijn, zorgen de betalingsdienstaanbieders en aanbieders van cryptoactivadiensten ervoor dat de persoonsgegevens worden gewist, tenzij anders bepaald in het nationale recht dat voorschrijft onder welke omstandigheden betalingsdienstaanbieders en aanbieders van cryptoactivadiensten dergelijke gegevens nog mogen of moeten bewaren. De lidstaten mogen alleen een langere bewaring toestaan of verlangen nadat zij de noodzaak en de evenredigheid van langere bewaring grondig hebben onderzocht, en indien zij oordelen dat langere bewaring gerechtvaardigd is op grond van de noodzaak het witwassen van geld of terrorismefinanciering te voorkomen, op te sporen of te onderzoeken. Die aanvullende bewaartermijn mag niet meer dan vijf jaar bedragen.
3.
Ingeval er op 25 juni 2015 een rechtsgeding in verband met het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van vermoede praktijken van het witwassen van geld of terrorismefinanciering aanhangig is in een lidstaat en een betalingsdienstaanbieder over informatie of documenten beschikt in verband met die aanhangige procedures, mag de betalingsdienstaanbieder die informatie of documenten overeenkomstig het nationale recht bewaren voor een termijn van vijf jaar met ingang van 25 juni 2015. De lidstaten mogen, onverminderd het nationale strafrecht inzake bewijs dat van toepassing is op lopende strafrechtelijke onderzoeken en rechtsprocedures, de bewaring van die informatie of documenten toestaan of verlangen voor een aanvullende termijn van vijf jaar indien de noodzaak en de evenredigheid van die langere bewaring voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van vermoede praktijken van het witwassen van geld of terrorismefinanciering zijn vastgesteld.