AB 2016/283
Spoedeisende bestuursdwang. In bezwaar mag ander voorschrift aan handhavingsbesluit ten grondslag worden gelegd.
ABRvS 06-07-2016, ECLI:NL:RVS:2016:1855, m.nt. C.M.M. van Mil
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 juli 2016
- Magistraten
Mrs. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, J.Th. Drop, E.J. Daalder
- Zaaknummer
201505670/1/A1
- Noot
C.M.M. van Mil
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924186:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:1855, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑07‑2016
- Wetingang
Art. 5:31, 7:11 Awb; art. 1a lid 1, 1b lid 2, 2 Woningwet
Essentie
Beslissing op bezwaar mag worden gebaseerd op overtreding van andere voorschriften dan die welke aan het primaire besluit ten grondslag waren gelegd.
Samenvatting
Appellant betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college niet bevoegd was over te gaan tot de toepassing van spoedeisende bestuursdwang. Daartoe voert hij aan dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een overtreding. Voorts voert hij aan dat uit het besluit van 18 februari 2014 geen lastgeving spoedeisende bestuursdwang kan worden gedestilleerd. Volgens appellant is de lastgeving te onduidelijk. Tevens voert hij aan dat het college de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.