Einde inhoudsopgave
Richtlijn 92/96/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe levensverzekeringsbedrijf en tot wijziging van de Richtlijnen 79/267/EEG en 90/619/EEG
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 21-11-1992
- Bronpublicatie:
10-11-1992, PbEG 1992, L 360 (uitgifte: 09-12-1992, regelingnummer: 92/96/EEG)
- Inwerkingtreding
21-11-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-1992, PbEG 1992, L 360 (uitgifte: 09-12-1992, regelingnummer: 92/96/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
De premies voor nieuwe zaken moeten voldoende zijn om de verzekeringsonderneming volgens redelijke actuariële hypothesen in staat te stellen aan al haar verplichtingen te voldoen en met name toereikende technische voorzieningen te vormen.
Hiertoe kan rekening worden gehouden met alle aspecten van de financiële positie van de verzekeringsonderneming, zonder dat de inbreng van aan deze premies en de opbrengst daarvan vreemde middelen een systematisch en permanent karakter heeft, waardoor de solvabiliteit van de onderneming op termijn in gevaar zou kunnen komen.